Mag ik even een éénvoudige voorstelling, twee dimensionaal, van de dekpunt-stelling van Brouwer.
Ik neem een grote landkaart van Belgie A , en een kleine landkaart van Belgie B
Ik leg B op A zonder dat B buiten de grenzen komt van A.
1. Klopt het dat er minstens één (1) punt is die (hoe moet ik het uitdrukken) die geografisch overeenkomen ?
2. Klopt het dat B volledig binnen A moet liggen ?
3. Waarom is onderstaande omschrijving niet voldoende als bewijs van de stelling van Brouwer (in zijn éénvoud).
In de onderstelling dat ik alle coordinaten van alle punten op A en op B ken.
Ik kan één bekend punt van A bedekken met één punt van B .... want ik ken hun coordinaten.
Ik kan dat voor elk punt toepassen door het verschuiven van B over A.
Wie omschrijft de fout die ik maak ..... zonder gewoon te schrijven dat het "niet juist is"
Verwijs aub niet naar internet, heb er ook enkele gelezen, en er meer opzoeken kan ik ook.