2. Mag ik aannemen dat het vermoeden nooit bewezen kan worden ..... zolang de formule voor het "volgende" priemgetal, op
basis van de voorgaande niet gevonden wordt ?
Zonder alle priemgetallen te kennen kan je er wel algemene uitspraken over doen en bewijzen, bijvoorbeeld:
(1) zeer basaal: alle priemgetallen groter dan 2 zijn oneven
(2) voor alle n>1 bestaat er ten minste 1 priemgetal p zodanig dat n < p < 2n (="tussen n en 2n is er altijd een priemgetal p te vinden")
(zie
https://nl.wikipedia.org/wiki/Postulaat_van_Bertrand).
Het vermoeden van Gilbreath voor de eerste n priemgetallen (met n eindig) kunnen we bewijzen door de Gilbreath-rijen uit te schrijven.
Hier voor n=25:
Code: Selecteer alles
p25 = 2, 3, 5, 7, 11, 13, 17, 19, 23, 29, 31, 37, 41, 43, 47, 53, 59, 61, 67, 71, 73, 79, 83, 89, 97
rij 1 = 1, 2, 2, 4, 2, 4, 2, 4, 6, 2, 6, 4, 2, 4, 6, 6, 2, 6, 4, 2, 6, 4, 6, 8
rij 2 = 1, 0, 2, 2, 2, 2, 2, 2, 4, 4, 2, 2, 2, 2, 0, 4, 4, 2, 2, 4, 2, 2, 2
rij 3 = 1, 2, 0, 0, 0, 0, 0, 2, 0, 2, 0, 0, 0, 2, 4, 0, 2, 0, 2, 2, 0, 0
rij 4 = 1, 2, 0, 0, 0, 0, 2, 2, 2, 2, 0, 0, 2, 2, 4, 2, 2, 2, 0, 2, 0
rij 5 = 1, 2, 0, 0, 0, 2, 0, 0, 0, 2, 0, 2, 0, 2, 2, 0, 0, 2, 2, 2
Zodra we belanden bij een rij met als eerste element 1, en daarna alleen maar nullen en tweeen kunnen we stoppen:
- het eerste element blijft 1 (1 gevolgd door 0 of 2 geeft in de volgende rij als eerste element weer een 1)
- elk volgende element wordt weer een 0 of 2: (0,0)→0, (2,2)→0, (0,2)→2 en (2,0)→2.
Voor het voorbeeld hierboven (n=25) zijn we in 5 herhalingen klaar,
voor de eerste n=100 priemgetallen in 11 herhalingen,
voor de eerste n=1000 priemgetallen in 35 herhalingen,
voor de eerste n=10000 priemgetallen in 65 herhalingen,
voor de eerste n=100000 priemgetallen in 97 herhalingen,
voor de eerste n=1000000 priemgetallen in 147 herhalingen,
etc.
Als je zou kunnen bewijzen dat het aantal herhalingen altijd veel kleiner blijft dan n (voor n naar oneindig) dan heb je het bewijs van het vermoeden van Gilbreath.
Dit probleem is ook gerelateerd aan priemgetalhiaten (
https://nl.wikipedia.org/wiki/Priemgetalhiaat) = prime gaps = het aantal getallen vanaf een priemgetal
\(p_i\) naar het eerstvolgende grotere priemgetal
\(p_{i+1}\) (
\(\text{gap}_i = p_{i+1}-p_i\)): dit zijn de getallen in rij 1 van Gilbreath.
Voor grote gaps verwacht je meer rijen nodig te hebben voordat dat getal gereduceerd is tot 2 of 0.
Op deze pagina staat een tabel met de eerste verschijning van gaplengte (daar n genoemd) en het priemgetal p(n) waarna die gaplengte voor het eerst optreedt:
https://mathworld.wolfram.com/PrimeGaps.html. Omdat p(n) al snel heel groot wordt, verwacht je dat de Gilbreath herhalingen ruim voldoende tijd hebben om de bijbehorende gaplengtes weg te werken, maar het bewijs hiervoor is (voor zover ik weet) nog niet geleverd.
3. Als men aanneemt dar het vermoeden van G correct is ....... kan dat bruikbaar zijn voor punt 2 ?
(Wellicht niet omdat het gaat om absolute waarden van verschillen ).
Lijkt me ook: uit rij 1 kan je de priemgetallenrij afleiden omdat de priemgetallen gerangschikt staan op grootte, maar rij 1 is net zo onregelmatig als de rij priemgetallen zelf.
En uit elke rij
na rij 1 krijg je wegens de absolute waarden van de verschillen ook meerdere alternatieven voor de daaraan voorafgaande rij.
Zo kunnen we uit rij 2 van p25 (zie hierboven) meerdere rijen 1 construeren, bijvoorbeeld (met rij 1 ≠ rij 1' ):
Code: Selecteer alles
rij 1 = 1 , 2 , 2 , 4 , 2 , 4 , 2 , 4 , 6 , 2 , ...
\ / \ / \ / \ / \ / \ / \ / \ / \ / \
rij 2 = 1 , 0 , 2 , 2 , 2 , 2 , 2 , 2 , 4 , ...
rij 1' = 1 , 2 , 2 , 4 , 6 , 4 , 6 , 8 , 6 , 10 , ...
\ / \ / \ / \ / \ / \ / \ / \ / \ / \
rij 2 = 1 , 0 , 2 , 2 , 2 , 2 , 2 , 2 , 4 , ...