Bij het draadtrekken in een moer gebruikt men een wringijzer van 0,4 m lengte. De krachten op het uiteinde vormen een koppel van F= 200 loodrecht op het wringijzer en in het vlak van de beweging. De tap heeft 4 snijkanten en snijdt draad met een gemiddelde diameter van 2,5 cm. Welke kracht werkt op elke snijkant.
Deze snap ik niet, wat heeft die diameter van dat wringijzer nu voor belang. Het gaat toch alleen over de lengte van de koppelarm en de kracht.
Mijn oplossing: Het totale koppel heeft een kracht van 200 N
De tap heeft 4 snijkanten, dat zijn dus 2 koppels van 100N
Op elk snijvlak werkt dus 100 N