Puzzel Puzzels
Gebruikersavatar
ukster
Artikelen: 0
Berichten: 5.286
Lid geworden op: za 28 nov 2015, 10:42

stroom

Elektrisch circuit
Elektrisch circuit 5090 keer bekeken
De spanning van beide batterijen is gelijk, hun inwendige weerstand en die van de stroommeter zijn verwaarloosbaar.
Dubbelpolige schakelaar S
Stand 11’ Aanwijzing ampèremeter 6A
Stand 22’ Aanwijzing ampèremeter 3A
Stand 33’ Aanwijzing ampèremeter ??
Gebruikersavatar
Xilvo
Artikelen: 0
Berichten: 11.875
Lid geworden op: vr 30 mar 2018, 16:51

Re: stroom

Ik kom op 1 A.
Gebruikersavatar
ukster
Artikelen: 0
Berichten: 5.286
Lid geworden op: za 28 nov 2015, 10:42

Re: stroom

Mijn simulatieprogramma geeft wat anders aan.
Gebruikersavatar
Xilvo
Artikelen: 0
Berichten: 11.875
Lid geworden op: vr 30 mar 2018, 16:51

Re: stroom

Wel mee eens dat R1=2R2 (of omgekeerd)?
Gebruikersavatar
ukster
Artikelen: 0
Berichten: 5.286
Lid geworden op: za 28 nov 2015, 10:42

Re: stroom

R2=2R1 niet!
R1=2R2 wel
Gebruikersavatar
Xilvo
Artikelen: 0
Berichten: 11.875
Lid geworden op: vr 30 mar 2018, 16:51

Re: stroom

Even zonder amperemeter (onderbroken).
Dan staat op de verbindingspunten van R1 en R2 links \(\frac{1}{3}\)E, rechts \(\frac{2}{3}\)E.
Het verschil is \(\frac{1}{3}\)E.
Die spanning wisselt van teken als je schakelt tussen stand 1 en stand 2.
Daar komt beneden nog eens E bij.
Dan heb je over de (nog afwezige) meter \(\frac{4}{3}\)E of \(\frac{2}{3}\)E. Daar heb je de factor 2 die ook voor de stroom geldt, want de inwendige weerstand van deze niet-ideale spanningsbron is, voor beide gevallen, \(\frac{R_1 R_2}{2(R_1+R_2)}\)
Met \(R_1=2R_2\) wordt dit \(\frac{1}{3}R_2\)

Schakel je naar stand 3, dan heb je alleen de spanningsbron beneden over, E.
Bij gelijkblijvende inwendige weerstand zou dit een stroom van 4,5 A opleveren, met aangesloten ampèremeter.

De inwendige weerstand wordt \((R_1+R_2)//(R_1+R_2)=\frac{1}{2}(R_1+R_2)\)
Alweer, met \(R_1=2R_2\) wordt dit \(\frac{3}{2} R_2\)
Die inwendige weerstand is \(\frac{9}{2}=4,5\) keer zo groot als bij stand 1 en 2.
De stroom wordt dus 4,5 keer zo klein, 1 A.
EvilBro
Artikelen: 0
Berichten: 7.169
Lid geworden op: vr 30 dec 2005, 09:45

Re: stroom

Waarom is het antwoord niet gewoon 4.5 A? (obv superpositie)
Gebruikersavatar
Xilvo
Artikelen: 0
Berichten: 11.875
Lid geworden op: vr 30 mar 2018, 16:51

Re: stroom

EvilBro schreef: za 13 jul 2024, 00:59 Waarom is het antwoord niet gewoon 4.5 A? (obv superpositie)
Dat zou je krijgen als de punten 3 en 3' verbonden waren (spanningsbron met spanning nul).
Maar nu is dat een onderbreking.
Gebruikersavatar
Xilvo
Artikelen: 0
Berichten: 11.875
Lid geworden op: vr 30 mar 2018, 16:51

Re: stroom

ukster schreef: vr 12 jul 2024, 21:18 R2=2R1 niet!
R1=2R2 wel
Inderdaad, dat "omgekeerd" wat ik eerder schreef klopt niet.
Gebruikersavatar
ukster
Artikelen: 0
Berichten: 5.286
Lid geworden op: za 28 nov 2015, 10:42

Re: stroom

R1=2R2
Stel R1=2Ω,R2=1Ω
I(11')=E/R2=6A, E=6V
I(22')=E/R1=3A
I(33')=E/([R1+R2]/2)=6/1,5=4A
Gebruikersavatar
Xilvo
Artikelen: 0
Berichten: 11.875
Lid geworden op: vr 30 mar 2018, 16:51

Re: stroom

ukster schreef: za 13 jul 2024, 11:51 R1=2R2
Stel R1=2Ω,R2=1Ω
I(11')=E/R2=6A, E=6V
I(22')=E/R1=3A
I(33')=E/([R1+R2]/2)=6/1,5=4A
De uitleg is erg summier maar je hebt gelijk. Het juiste antwoord is 4A.
Gebruikersavatar
Xilvo
Artikelen: 0
Berichten: 11.875
Lid geworden op: vr 30 mar 2018, 16:51

Re: stroom

Nu de correcte uitwerking:

Even zonder amperemeter (onderbroken).
Dan staat op de verbindingspunten van R1 en R2 links \(\frac{1}{3}\)E, rechts \(\frac{2}{3}\)E.
Het verschil is \(\frac{1}{3}\)E.
Die spanning wisselt van teken als je schakelt tussen stand 1 en stand 2.
Daar komt beneden nog eens E bij.
Dan heb je over de (nog afwezige) meter \(\frac{4}{3}\)E of \(\frac{2}{3}\)E. Daar heb je de factor 2 die ook voor de stroom geldt, want de inwendige weerstand van deze niet-ideale spanningsbron is, voor beide gevallen, \(2\frac{R_1 R_2}{R_1+R_2}\)
Met \(R_1=2R_2\) wordt dit \(\frac{4}{3}R_2\)

Schakel je naar stand 3, dan heb je alleen de spanningsbron beneden over, E.
Bij gelijkblijvende inwendige weerstand zou dit een stroom van 4,5 A opleveren, met aangesloten ampèremeter.

De inwendige weerstand wordt \((R_1+R_2)//(R_1+R_2)=\frac{1}{2}(R_1+R_2)\)
Alweer, met \(R_1=2R_2\) wordt dit \(\frac{3}{2} R_2\)
Die inwendige weerstand is \(\frac{9}{8}\) keer zo groot als bij stand 1 en 2.
De stroom wordt dus \(\frac{9}{8}\) keer zo klein, 4 A.

Plaats een reactie

Je mail wordt niet openbaar getoond. Het wordt enkel gebruik voor contact of notificatie vanuit het beheer.

🗨️ Wat vind jij? Stel direct je vraag of geef je mening – zonder registratie. Je reactie zet het topic weer bovenaan bij 'Laatste posts' en trekt snel nieuwe reacties aan🔥. Mocht je als vaste bezoeker willen reageren, dan kun je je ook registreren.

Bevestig dat je geen robot bent door de volgende vragen te beantwoorden.

Noor heeft 10 knikkers. Ze verliest er 4 in het gras. Hoeveel heeft ze er nog?

Antwoord: (vul een getal in)

Er zitten 5 vogels op een hek. Twee vliegen weg. Hoeveel blijven er zitten?

Antwoord: (vul een getal in)

Terug naar “☕️ Sciencetalk café”

Sciencetalk: Leer, deel of groei. Volg of geef een cursus op Sciencetalk!