Ik heb geen perfect vertrouwen in de gravitatietheorie van Newton en/ of Einstein
Ik poog met de zwaartekrachtsharmonica een alternatief te bieden.De zwaartekrachtsharmonica moet een methode bieden om een optelsom te maken van de gravitatiekrachten van de deeltjes waaruit een ruimtelijk object bestaat. Deze optelsom gaat resulteren in een totaalvector voor zwaartekracht die je in een bepaald punt aangegrepen mag denken. De zwaartekrachtsharmonica vouwt een voorwerp op tot plat vlak en klapt dit plat vlak vervolgens weer uit tot een neiuw virtueel voorwerp.
Om een optelsom te kunnen maken doorloopt de zwaartekrachtsharmonica een aantal stappen. In eerste instantie beschouwen we slechts objecten die symmetrisch zijn om een x-as. Om te beginnen een bol. Naast de x-as, definiëren we een orthogonale y-as. De y-as bevindt zich op zekere afstand van het midden van de bol. De bol is in feite een gevulde omwentelingsvorm van een halve cirkel om de x-as. We rekenen de massa van de bol terug naar een plat vlak door de bol terug op te vouwen naar het plat vlak gedefiniëerd door de x-as en y-as. De bol is vervangen door een halve cirkel (lichtblauw)
Ik merk op dat niet elk punt binnen de halve cirkel (lichtblauw) evenveel massa representeert. Elk punt representeert een cirkel in de bol met een straal die gelijk is aan de afstand tot de x-as (=x-coördinaat van dit punt) Voor alle punten op de cirkel geldt dat ze dezelfde afstand hebben tot de Oorsprong O. De lengte van zo'n cirkel is 2*pi.(x-coördinaat). De massa van de punten kan men in gedachten uitzetten op een virtuele dimensie (de grijze driehoek) We maken van de bol een nieuwe virtuele vorm die in vooraanzicht bestaat uit de lichtblauwe halve cirkel en in zijaanzicht bestaat uit de grijze driehoek.
Deze vorm kunnen we gebruiken om de massa te visualiseren op een manier die rekenen makkelijker maakt.
Om makkelijker te kunnen rekenen trek ik radiale lijnen vanuit de Oorsprong. De ruimte tussen deze lijnen representeert een deelverzameling van deeltjes in de originele bol. In de bol liggen deze deeltjes begrensd tussen twee kegelvormen met de oorprong O als top. De deeltjes in de bol uit deze deelverzameling oefenen allemaal een individuele gravitatiekracht uit op een puntmassa in de positie van de Oorsprong (O). Alle deeltjes van deze deelverzameling hebben een gravitatievector met vergelijkbare verhouding voor X-component en y-component. Bij benadering kun je alle vectoren optellen tot een gelijkmatig verdeelde kracht over de betreffende radiaal. (het oranje vlak, excuses voor de vorm die niet precies klopt) Vervolgens bereken je van elk 'oranje vlak' de x-component. Deze x-component kan je projecteren op de x-as en optellen bij de x-componenten van alle andere oranje secties/radialen vanuit O.
Op deze manier kan je voor elke afstand tot het oppervlak van de bol een berekening maken van de daar geldende gravitatiekracht. Eventueel kan het handiger zijn om een tuanderpunt te berekenen, dan kun je de massa van de bol naderhand invullen.
Tot zover het plan. We beginnen met een bol, klappen die op tot een halve cirkel, vouwen die weer uit tot een virtueel hoedje, nemen secties daar uit, en slaan de relevante component neer op de x-as en berekenen een tuanderpunt voor die afstand.
Ik heb nog geen formules opgesteld/afgeleid. In principe is elke stap meetkundig te beschrijven, maar ik hik er nog een beetje tegen aan.