Nee.
Als ik denk dat machtsverheffen werkt door de twee getallen op te tellen dan is mijn aanpak fout:
\(a^b = a + b\)
Ik denk dan:
\(2^2 = 2 + 2 = 4\)
In dit geval komt mijn antwoord toevallig overeen met het echte antwoord. Hieruit kan ik dan niet de conclusie trekken dat de aanpak van anderen dan dus ook fout is, bijvoorbeeld:
\(2^2 = 2 \cdot 2 = 4\)
Verder is een bewijs uit het ongerijmde een bewijs waarbij je laat zien dat een veronderstelling leidt tot een tegenstrijdigheid. Dat is bij dit scenario niet aan de orde. Jouw aanpak kan prima volledig verkeerd zijn, maar toch hetzelfde antwoord geven als het correcte bewijs.