Dit is de theorie over het versnelt expanderen van alles waarbij “alles” dus ook alles omvat, van heelal tot kleinste deeltje.
Een drietal aannames
1 Er bestaan dimensies waarvan wij geen weet hebben en die we niet kunnen meten
2 Elke theorie kan weerlegt worden door een andere totdat er een theorie is die alles verklaart.
3 Onmogelijk bestaat niet want dit zou een beperking zijn om nieuwe theorieën te ontwikkelen onmogelijk betekent niet meer dan “we weten niet hoe we het met de huidige kennis mogelijk kunnen maken.”
De simpelste voorstelling van een atoom is 1 proton en 1 elektron, het waterstofatoom.
Als alle atomen versnelt expanderen en ook de ruimte tussen kern en het elektron en de ruimtes tussen verschillende atomen dan kunnen wij dit niet weten en/of meten. (tenzij we hier iets mee kunnen verklaren wat we eerst niet konden verklaren maar hier kom ik later op terug)
Voor de eenvoud en om de theorie gemakkelijk te begrijpen kies ik voor simpele eenheden en stel ik de doorsnede van de kern voor van waterstof als 1<i>h. </i>Waar 1 staat voor de diameter van de kern en de <i>h </i>voor waterstofkern.
Dus het eerste gegeven is 1<i>h</i>
Aan de hand hiervan is het volume van de waterstofkern:
Gegeven: de diameter van een atoom is 1<i>h</i>
Gevraagd: het volume van de kern
Antwoord: Volume kern = 1/6 * π * 103 <i>h</i> = 0,524 <i>h</i>3
Als alle atomen lineair expanderen en alle natuurkrachten blijven in dezelfde verhoudingen dan kunnen we dit niet weten of meten. De diameter van het atoom blijft dan voor ons altijd 1<i>h.</i>Wij expanderen immers mee.
Hiervoor een simpel gedachte-experiment.
In een ruimte staat een kubus van een meter bij een meter, in die kubus bevindt zich een bol met een diameter van 10 cm. De kubus en inhoud expandeert tot dubbele grootte. Dus hetzelfde als een foto die je kunt vergroten tot dubbele grootte tweedimensionaal, is dit bij de kubus driedimensionaal.
De zijde van de kubus zijn dan twee bij twee meter en de diameter van de bol is dan 20 cm in de nieuwe situatie .
Als dit spontaan zou gebeuren dan kun je niet zeggen of de kubus spontaan is geëxpandeerd of dat de rest van de omgeving spontaan is gekrompen. Daarvoor gaan we ervan uit dat je de kennis zou bezitten om een kubus en inhoud spontaan te laten expanderen.
De nieuwe inhoud van de kubus en bol zijn gemakkelijk te berekenen.
Situatie 1
Voor de kubus geldt: lengte x breedte x hoogte = 1m x 1m x 1m = 1 m3
En voor de bol wordt dit 1/6 x π x diameter3 = 1/6 x π x 10 cm3 = 0,524 cm3
Situatie 2
Voor de kubus geldt: lengte x breedte x hoogte = 2 m x 2m x 2m = 8 m3
En voor de bol wordt dit 1/6 x π x diameter3= 1/6 x π x 20 cm3 =4188.79 cm3
Zou je jezelf in de kubus bevinden, zowel in situatie 1 als 2 en zou je een meter bij de hand hebben en tevens zelf mee expanderen dan zou je zien dat de diameter van de bol hetzelfde is gebleven als in situatie 1. Zou de kubus doorzichtig zijn dan zou het lijken alsof de wereld buiten de kubus gekrompen is.
Voor wat de tijd betreft en dit is wel interessant blijven de klokken gelijk lopen, dit komt omdat we met snelheid te maken hebben en niet met versnelling.
Ik begrijp dat dit nadere uitleg behoeft. De snelheid van licht is in onze dimensie 300.000 km/sec. Dit betekent niet dat vanuit een andere dimensie beschouwd de snelheid dan hetzelfde zou blijven want dan kan de snelheid van licht ook relatief zijn. De relativiteit theorie van Einstein blijft overeind in onze realiteit. Ligt er namelijk een klok in die kubus dan zou deze gelijk blijven lopen met een klok buiten de kubus.
Hoe kan dat?
Immers het licht moet in de geëxpandeerde wereld toch een grotere afstand afleggen en dan zou het licht toch sneller moeten gaan? Het eerste postulaat van Einstein luidt: de lichtsnelheid heeft in elk inertiaalstelsel dezelfde waarde.
Dit kan omdat het licht onderdeel uitmaakt van de expansie. Als namelijk alles expandeert dan geldt dit ook voor het licht.
En dan komt het, als gedachte-experiment is dit mogelijk om er iets van te leren maar in de dagelijkse realiteit kunnen deze twee verschillende dimensies niet naast elkaar bestaan net zoals toekomst en nu niet tegelijk plaats kunnen vinden in dezelfde realiteit. Dit gaat namelijk tegen alle natuurwetten in doch dat betekent niet dat geen nu en toekomst bestaan. Ze volgen elkaar immers op.
Tot zover expansie die lineair zou kunnen verlopen en dit stuk leg ik dan aan jullie voor om te beoordelen of dit aan de criteria voldoet voor de opzet van een nieuwe theorie. Als dit namelijk aan de voorwaarden voldoet kan ik verder de theorie uitwerken waarbij “alles” versnelt expandeert en of we dit wel kunnen meten of weten. Tips en ook kritiek zijn van harte welkom