Achteruit rijden met een aanhanger, or caravan, vergt enige behendigheid.
Dit is niet nodig met een kleine toevoeging aan de auto en een uitbreiding van de aanhanger met een servomotor.
Voor de auto moet de stand van het stuur doorgegeven worden aan de aanhanger.
Dit kan met een koppeling van een potmeter (regelbare weerstand) met de stuurstang, met behulp van twee tandwieltjes.
De potmeter geeft via de sleper, een spanning tussen nul en de accu spanning.
Met een accu spanning van 12 V, zal de regelspanning 0 V zijn als het stuurwiel maximum naar links gedraaid is, 6 V bij recht vooruit en 12 V voor maximum naar rechts.
De accu spanning mag hoger of lager zijn, omdat die ook doorgegeven wordt.
Voor het doorgeven van de spanning, is een dunne kabel (telefoon) nodig met vier aders.
Een voor de nul, een voor de regelspanning, een voor de accuspanning en een voor het signaal achteruit rijden.
Een connector is nodig voor de verbinding met de aanhanger.
De aanhanger moet zo aangepast worden, dat de dissel van links naar rechts kan bewegen.
De dissel moet een scharnierpunt hebben voor de as van de aanhanger.
Natuurlijk mag de verticale belasting van de dissel, niet op het scharnier komen.
Via een regellaar wordt de stand van het stuur, doorgegeven aan de servomotor, die de aanhanger in de gewenste stand zal draaien.
Staat de auto in de achteruit stand, stilstaand of langzaam rijdend en draait het stuur naar links, dan zal de servomotor ervoor zorgen dat de aanhanger ook naar links draait.
De aanhanger volgt de stand van het stuur.
Bij voorwaarts rijden moet de dissel in het midden vast gezet worden.
Dit kan automatisch door de regellaar gedaan worden.