Professor Puntje schreef: ↑di 29 okt 2019, 21:40
Einstein kwam er zonder de wiskunde ook niet uit. Bovendien volgde hij ook geregeld dwaalwegen. Het is gewoon niet waar dat hij alles al als basisidee in zijn hoofd had en dat de wiskunde enkel maar een handige aankleding en/of formulering behelst van wat hij eigenlijk intuïtief al wist.
De basisprincipes die Einstein volgens mij al voor 1913 hanteerde, waren de volgende:
[*] Het equivalentieprincipe: lokaal in de ruimtetijd is een stilstaande waarnemer in een zwaartekrachtsveld equivalent aan een versnellende waarnemer in een vlakke ruimtetijd. Dit principe geldt al in Newtonse zwaartekracht voor een beperkte klasse van waarnemers; Einstein postuleerde dat dit voor ALLE waarnemers geldt. Dit principe resulteerde in (a) een meetkundige beschrijving van zwaartekracht, en (b) algemene covariantie en de bijbehorende tensoren: de vergelijkingen waar hij naar op zoek was moesten voor alle waarnemers dezelfde vorm aannemen.
[*] Het correspondentieprincipe: zijn theorie moest in bepaalde limietgevallen weer overgaan in Newtons zwaartekrachtstheorie. Daarvan weten we immers dat ze in een bepaald geldigheidsdomein empirisch erg succesvol is.
De meetkunde van ruimtetijd is dan zonder zwaartekracht vlak. De kromming wordt beschreven met de Riemann-tensor, maar dat ding heeft 4 indices. Wat Einstein vervolgens probeerde, was met behulp van deze tensor de Poissonvergelijking voor Newtonse zwaartekracht "algemeen covariant" te maken. Dat kan op verschillende manieren, en Einstein heeft eerst ook verkeerde veldvergelijkingen gepostuleerd. Het missende ingredient bleek energie- en impulsbehoud te zijn. Dat leidde uiteindelijk tot zijn veldvergelijkingen. Ook hanteerde hij, net als Hilbert na hem, een actieprincipe, maar dat principe had ook volgens mij ook niet goed genoeg onder de knie.
Einstein meende bovendien dat algemene covariantie die vergelijkingen uniek bepaalde, maar dat is niet zo. Je kunt zelfs Newtons zwaartekrachtstheorie algemeen-covariant maken. Ook kun je op prima extra termen toevoegen aan de vergelijkingen, maar op basis van dimensionele analyse zullen deze "correcties" pas merkbaar zijn bij hele hoge energieën. Einstein wist dat toen ook nog niet volgens mij.
Ook was Einstein rond 1914 2 jaar hevig in de war omtrent algemene covariantie. Hij meende uiteindelijk dat algemene covariantie niet samenging met "determinisme". Hij formuleerde deze stelling met zijn beruchte "hole problem" en legde condities op die algemene covariantie verbreken. Dat heeft 2 jaar lang voor allerlei zijwegen geleid die uiteindelijk vruchtenloos bleken te zijn. Zonder die zijwegen had hij in 1913/1914 al zijn theorie kunnen publiceren.
Dus Einstein heeft heel wat zijwegen gemaakt, begreep de onderliggende wiskunde niet altijd even goed (zijn manier van opschrijven zou nu hopeloos ingewikkeld en ouderwets zijn), en hanteerde verschillende principes totdat hij uiteindelijk tot zijn uiteindelijke theorie kwam. Dus het idee dat hij intuïtief al wist wat er uit moest komen en daar in 1 ruk met 1 soort methodiek naar toe is gewerkt, is domweg onjuist. En dat geldt natuurlijk voor de meeste grote wetenschappelijke doorbraken. Het was een jarenlange zoektocht van trial and error, met als allerbelangrijkste leidraad de filosofie dat het equivalentieprincipe niet tot zijn recht kwam in Newtons zwaartekrachtstheorie.