Ja die opmerking heb ik eerder gehoord en zorgt ervoor dat je je eerst volledig moet verdiepen in de ART en redenatie via het equivalentieprincipe per definitie als doodlopende weg definieert.
Maar het equivalentieprincipe is wat Einstein zag als doorbraak in het opstellen van de theorie. en in kleine gebiedjes waar de zwaartekracht als constant mag worden veromdersteld gelst dat equivalentieprincipe dus ook gewoon en dus geldt ook de gevolgen die het licht op basis daarvan ondervindt.
edit: het feit dat de lift versnelt en daardoor de lichtstraal er met een andere hoek uitkomt dan erin valt geeft als aan dat daar de krux zit omdat het licht immers altijd rechtdoor gaat in een gekromde ruimtetijd. Dus moet je de liften net zoveel draaien als het licht afbuigt en zo kom je simpel op die factor 2 omdat dat draaien feitelijk de kromming van de ruimtetijd is. /edit
Dus laten we eens kijken of die redenatie stand houdt of zo niet waar het dan fout gaat.
Zoals ik al had aangegeven kun je het feit dat de zwaartekracht verandert qua richging en grootte meenemen door kleine stukjes tijd en afstand te bekijken en dan het volgende punt berekent en vandaar uit nieuwe grootte en richting van de zwaartekracht (eindige elementen methode) net zoals je dat doet voor andere problemen in de techniek zoals bv simulaties van niet lineaire elektronische onderdelen of het weer.