Moderator: physicalattraction
Wat bedoel je met "de theorie geeft aan..."?
Dat zou wel een heel eenvoudige verklaring zijn.
Neem drie stokken, twee van een meter en een derde van twee meter. De eerste twee zijn korter dan de derde.
Ook een mooie oplossing voor de tweeling-paradox. Voor de twee klokken die achter zouden moeten lopen t.o.v. elkaar stel je een denkbeeldige derde klok voor ten opzichte waarvan ze ieder op zich achter lopen. Dan lopen ze toch alle twee achter. Tot zover het dollen met denkbeeldige klokken en stokken.
Als de stand van klok A t.o.v. klok B op ieder moment exact hetzelfde is als de stand van klok C t.o.v. klok B, dan is de stand van klok A op ieder moment hetzelfde als de stand van klok C. Uit B-A = B-C volgt A = C. Er kan dan op geen enkel moment sprake zijn geweest van het achterlopen van de ene klok op de andere, hetgeen door de tweeling-paradox ook nooit goed uit te leggen was. Pas later werd een verklaring gegeven aan de hand van versnellingen die optreden bij één van de twee klokken. Daarmee kon het contra-intuïtieve verschijnsel overeind blijven dat bij samenkomst na de reis de klokken per saldo empirisch vastgesteld ongelijk lopen. De vraag aan deze uitleg is nu: wat blijft per saldo over van de ongelijke stand als beide klokken aan precies dezelfde versnellingen worden blootgesteld? We weten ondertussen wel dat daar niets van overblijft. Maar het is dan ook niet meer empirisch vast te stellen dat in deze situatie de ene klok ooit een achterstand had ten opzichte van de ander, immers: eenmaal weer bij elkaar staan ze altijd weer gelijk.zoeff schreef: ↑wo 08 dec 2021, 00:44 Bij de drieling-paradox zijn er twee reizende klokken die zich eerst eenparig van elkaar verwijderen, waardoor zij t.o.v. elkaars referentiestelsel achter zouden moeten gaan lopen. De zelfde situatie dus waardoor de tweeling-paradox ontstond. De reizen van de twee klokken zijn beiden echter identiek t.o.v. een derde klok in rust, waardoor de stand van de reizende klokken niet alleen bij terugkomst, maar ook tijdens ieder ander moment van de reis gelijk moeten zijn aan elkaar.
Dat is dan ook niet waar. Die klokken lopen niet gelijk. Dat is prima uit te leggen als je de SRT begrijpt.zoeff schreef: ↑wo 08 dec 2021, 13:18 Als de stand van klok A t.o.v. klok B op ieder moment exact hetzelfde is als de stand van klok C t.o.v. klok B, dan is de stand van klok A op ieder moment hetzelfde als de stand van klok C. Uit B-A = B-C volgt A = C. Er kan dan op geen enkel moment sprake zijn geweest van het achterlopen van de ene klok op de andere, hetgeen door de tweeling-paradox ook nooit goed uit te leggen was.
Even voor de zekerheid: je zegt dat de klokken van de reizigers in de drieling-paradox tijdens hun reis niet gelijk lopen?
Tijd dilatatie (vertraging) ontstaat bij iemand die beweegt (een reiziger) t.o.v. een waarnemer. Dat genoegen is volgens het relativiteitsbeginsel echter wederzijds, maar dat is weer onmogelijk, omdat niet de een achter kan lopen op de ander terwijl de ander achter loopt op de een. DAT is nu juist de tweelingparadox. Die tweelingparadox is er dan nog wel.Bladerunner schreef: ↑wo 08 dec 2021, 02:46 Beiden reizigers ondergaan de zelfde tijd dilatatie als ze qua snelheid gelijk bewegen. Dan is er geen paradox meer.
Nee, "de achterblijver en de reiziger"-situatie werd jaren later pas voorgesteld als OPLOSSING voor de tweelingparadox: het voorstel bestaat er uit dat de situatie in dat geval niet symmetrisch is. (De reiziger ondergaat tijdens de reis versnellingen en de thuisblijver niet.)Bladerunner schreef: ↑wo 08 dec 2021, 02:46 Die hele tweeling paradox is gebaseerd op een achterblijver en een reiziger.
Dat is heel goed mogelijk. Een paradox is een schijnbare strijdigheid, geen echte strijdigheid.zoeff schreef: ↑wo 08 dec 2021, 16:15 Tijd dilatatie (vertraging) ontstaat bij iemand die beweegt (een reiziger) t.o.v. een waarnemer. Dat genoegen is volgens het relativiteitsbeginsel echter wederzijds, maar dat is weer onmogelijk, omdat niet de een achter kan lopen op de ander terwijl de ander achter loopt op de een. DAT is nu juist de tweelingparadox. Die tweelingparadox is er dan nog wel.
Welnee. Dat was van het begin af aan de paradox en die werd niet pas na jaren opgelost.zoeff schreef: ↑wo 08 dec 2021, 16:15 Nee, "de achterblijver en de reiziger"-situatie werd jaren later pas voorgesteld als OPLOSSING voor de tweelingparadox: het voorstel bestaat er uit dat de situatie in dat geval niet symmetrisch is. (De reiziger ondergaat tijdens de reis versnellingen en de thuisblijver niet.)
Versnelling doet wel ter zake en is ook de oorzaak van het verschil in tijdsverloop bij terugkomst. In jouw voorbeeld is het de klok die de versnelling ondergaat op het moment dat de tijd wordt doorgegeven: eerst was de klok op de heenweg, na het doorgeven van de tijd was de klok op de terugweg.