HOi,
ik ben bezig met optische kristalkunde en ik begrijp toch een paar dingen niet.
We hebben morgen examen microscopie en we zullen vb het optisch teken en teken van elongatie moeten bepalen van een mineraal. Nu vroeg ik mij af waarom je het optisch teken en teken van elongatie bij biaxe mineralen niet gelijk zijn aan elkaar (zoals bij uniaxe).
Ik weet dat je geen dubbelbreking hebt in de richting van de c-as bij U mineralen, maar waarom juist in die richting? Of heeft met dat gewoon zo vastgelegd?
Ook heb ik een vraag genoteerd, maar ik vind het antwoord niet nl: Hoe komt het dat je bij een bepaald stuk uniax mineraal niet zowel het optisch teken als het teken van elongatie kunt bepalen ?
Ik dacht dat je dat wel kon?
Alvast heeeeel erg bedankt om me te helpen! (de zenuwen komen al op voor morgen )
Nathalie