klazon schreef:Ik begin zo langzamerhand door te krijgen waar het misverstand uit voorkomt. In de vectordiagrammen die Herman laat zien staat bij de E1 vector een minteken. Waarom ze dat doen is mij een raadsel. Bij de E2 vector staat geen mintenken. Dus ik vraag me af, waarom bij de ene een minteken, en bij de andere niet? Maar als je ze gelijkschakelt, dus bij de E2 ook een minteken zet, dan moet hij 180 graden gedraaid worden, en dan is hij in fase met -E1.
Ik wil eigenlijk een poging doen om Herman zelf naar de oplossing van het misverstand te laten toewerken. Daarvoor citeer ik een van zijn eigen stellingen:
Probeer eens uit te leggen waarom dat zo is, en als je dat lukt dan praten we verder.
Sorry hoor maar ik ben niet de bedenker van de theorie van de heren Faraday en Maxwell die ik al eerder noemde.
Was het maar waar !!
Het is, alweer volgens deze theorie, bekend dat als je op een spoel met ijzerkern een wisselspanning zet deze wiselspanning een magnetisch veld opwekt die z'n ontstaan tegenwerkt. Dat is die -E1 !!
Het is ook bekend dat de stroom in zo'n spoel 90 graden naijlt t.o.v. de spanning.
Het magnetisch veld is in fase met de magnetiseringsstroom.
Zie mijn eerdere verhaal, door dit magnetisch veld, het hoofdveld, wordt weer een spanning in de secundaire wikkeling opgewekt.
Inderdaad zijn U sec en E1 (zoals dat vroeger heette, de tegen EMK van U prim) in fase.
Maar U prim en U sec(E2 dus!) zijn 180 graden t.o.v. elkaar verschoven !!!!!!
Eerlijk gezegd vind ik het nu wel mooi geweest, want deze theorie is in elk leerboek elektrotechniek terug te vinden.