Ik beschouw de rol van het engels voor een groot deel als equivalent aan de rol van het latijn. Engels is de taal van de wetenschap en internationale handel geworden voor een groot gedeelte van de wereld. Merk op hoe (in zekere zin overbodig) latijn in de voorgaande post gebruikt werd...
Hmmm, ik beschouw dat laatste als een plaagstootje omdat je kennelijk denkt dat ik mensen zoals jij op het oog heb als ik het overmatig gebruik van Engels bekritiseer.
Het gebruik van het Engels in de wetenschap is niet wat mij stoort, het gaat mij om iets anders.
Persoonlijk vind ik dit allemaal niet erg. Onder natuurlijke omstandigheden ontwikkelen talen zich nu eenmaal op deze manier, enkele talen zullen uitsterven, andere zullen fuseren, en over tijd ontwikkeld elke geïsoleerde populatie steeds meer een eigen taal met volledig eigen kenmerken. Omgekeerd zal een gebrek aan isolatie leiden tot synchronisatie waaronder op het gebied van taal. De wens naar puurheid van de eigen taal is een wens om isolatie en protectionisme.
Jij schrijft 'onder natuurlijke omstandigheden ontwikkelen talen zich nu eenmaal op deze manier.' De voorbeelden die ik noem kan ik niet als natuurlijk zien. Ik beschouw ze eerder als kunstmatig, als gezocht, om inpasbaarheid in het mondialiseringsstreven te vergroten. En is dat vervolgens wel zo onschuldig?
Wikipedia stelt het volgende:
'Mondialisering of globalisering (het woord globalisering wordt door sommigen als een anglicisme beschouwd en mondialisering als een correcter alternatief. De redenering is dat het woord globaal in het Nederlands niet de betekenis 'wereldwijd' heeft die het Engelse global in de term globalisation wel heeft. Het Nederlandse mondiaal betekent echter wel 'wereldwijd') is een voortdurend proces van wereldwijde economische, politieke en culturele integratie, met als centraal kenmerk een wereldwijde arbeidsdeling, waarbij productielijnen over de wereld worden gespreid. Globalisering wordt mogelijk gemaakt door ontwikkelingen op het gebied van vervoer en telecommunicatie. Ze kenmerkt zich verder door verregaande schaalvergroting, het ontstaan van een wereldwijd kapitalisme en de verspreiding van een consumentencultuur.'
Met het spelenderwijs invoeren van het gebruik van één taal wordt zo'n proces natuurlijk vergemakkelijkt.
De wens naar puurheid van de eigen taal is één zaak. De wens naar een (liefst wereldwijde) gemeenschappelijke vorm van communicatie is voor mij belangrijker, en ik ben graag bereid om mijn 'eigen cultuur' daarvoor op te offeren.
Idealisten zoals jij zien er alleen maar heil in, maar bedenk dit: het verlies aan differentiatie maakt de individuele vrijheid van mensen kwetsbaarder. Eén globaal systeem waarin zo weinig mogelijk onderscheid tussen volkeren bestaat, zowel cultureel als etnisch, is verre te verkiezen voor degenen die sturing geven aan economische machtsblokken: hindernissen worden ermee geslecht. Een volkomen samengaan is ook hun ultieme wens, maar om een andere reden dan de jouwe. De uiterste consequentie hiervan kan zijn dat de mens, door het ontbreken van enig onderscheidend referentiepunt waaraan hij eigenwaarde kan ontlenen, een willoze machine wordt (zonder dat hij zich daarvan bewust is) die men - met wetenschappelijk uitgedokterde precisie - gericht met brood en spelen kan voeren om het consumeren en potverteren gaande te houden.
Dit is een gitzwarte visie, maar behoudens enige kleine verschillen zie ik dat doembeeld best nog wel eens werkelijkheid worden. Totale controle.
De juiste vraag is de vraag die uit objectiviteit geboren wordt.