Ah, het gaat dus om Dutch Water Dreams. Wat googlen levert
dit op.
Voor Dutch Water Dreams, zoals het project is gedoopt, waren in totaal zo’n 25 vergunningen nodig, zeggen alle betrokken overheidsinstanties en adviesbureaus in koor. Formeel klopt dat als een bus, maar als je alle – door de ondernemer betaalde – onderzoeken, testrapporten en dergelijke bij elkaar optelt, kom je eerder op een getal van 135. Dat is dus 135 keer een klusje doen of laten doen op verzoek van een overheidsinstantie.
Niet 135 vergunningen zoals hier eerder gesteld is (en op veel sites is overgenomen én door dhr Walraven gesteld) maar 25. Wél een hoop onderzoeken, maar da's heel iets anders. Het totaal heeft 2 miljoen euro gekost, en da's absurd veel natuurlijk, dat ben ik met je eens. De eerdere stelling echter dat al het geld naar de overheid gegaan is als soort van verkapte belasting klopt echter niet: het gaat om geld dat betaald is aan consultants, onderzoeksbureaus en geïnvesteerde tijd. Een groot verschil. En van de 25 genoemde vergunningen is een groot deel slechts toetsing aan een wet. En het huisnummerbesluit? Kom op zeg. Zo lust ik er nog wel een paar.
Als ik dhr Walraven zo hoor, en ook wat rondgoogle, vind ik het allemaal nogal, hoe moet ik het zeggen, als kroegpraat klinken. "blablabla goed inhoudelijk punt, blablabla ik trek het in het extreme, blablabla ik noem even een cliché". Jammer. Gelukkig kunnen we het met de inhoudelijke punten goed af.
De conclusie die in het programma getrokken wordt dat er een groot verschil is tussen gemeenten onderschrijf ik geheel. Er zijn gemeenten die wij op het werk "gestapo-gemeenten" noemen, maar ook gemeenten waarvan de ambtenaren zich verplaatsen in de situatie van het bedrijf. Dit is in mij optiek zeker verkeerd, men zou een eenduidige lijn moeten trekken. Probleem is de ontstane cultuurverschillen binnen de diverse ambtenarenorganisaties.
Wat er in het programma ook gesteld wordt is dat er tegenstrijdige wetgeving is, als voorbeeld worden Arbowet en "milieuwet" (ik ga er maar vanuit dat hier de Wet milieubeheer (kaderwet) bedoeld wordt) genoemd. Inderdaad zijn die op punten tegenstrijdig. Enerzijds is dit erg vervelend natuurlijk, anderzijds ook wel begrijpelijk. Om maar eens een voorbeeld te noemen: gevaarlijke stoffen hebben een gevarenklassificatie (denk aan de oranje symbolen als licht ontvlambaar, vergiftig, etc). Wat echter voor het milieu totaal niet belastend is, kan Arbotechnisch problemen opleveren. Dit is vaak het geval bij irriterende (andreaskruis) poedervormige stoffen. Voor het milieu geen enkel gevaar, maar als zo'n zak openspringt in je gezicht kan dat ernstige gevolgen hebben.
Hierbij is het de beste tactiek om het de belangen van eenieder in de specifieke situatie eens naast elkaar te leggen, de mensen met een kop koffie om de tafel te zetten en ze tot een goed voorstel te laten komen, vóórdat het daadwerkelijke vergunningtraject ingegaan wordt. Nodig dus een arbo-adviseur uit, de van toepassing zijnde vergunningverleners, een milieu-adviseur en het architectenbureau. Dan kan je een hoop ellende voorkomen.