oktagon
Artikelen: 0
Berichten: 4.502
Lid geworden op: di 21 feb 2006, 12:28

Hoogtekaarten

In de landmeterij worden bij geograf.kaarten hoogtes aangeduid.

In Nederland gebeurt dat op basis van NAP,een paal welke in de Amsterdamse bodem werd geslagen,vroeger AP genoemd en mogelijk na hereiking NAP.

Wat is die hoogte tov het zeenivo -en waar bij de Nederl.kust- en het zeenivo wrs.dat is vastgesteld op het tijdstip tussen eb en vloed (want daar zit oa. bij Vlissingen een verschil van ca. 2,5 meter in.) of het gemiddelde tussen eb en vloed;is mogelijk gelijke waarde (?)

Vervolgens heeft Belgie hoogtekaarten met een eigen basis,ik meen van +2 mtr tov. het NAP,hoewel het zeenivo daar wel iets hoger is dan bij ons.

Hoe is dat verder geregeld in bijv.Eur.verband,want er zal wel rekening worden gehouden met aardkromming of gaat men mogelijk ook wel alleen uit van zeenivo.

Zwitserland heeft geen zee,hoe is het daar geregeld;er zijn meerdere zeeloze landen!

Ik vraag me dan wel af hoe dat bijv.in de buurt van St.Malo gebeurt met een nivo-verschil van ca.12 meter
Kalkoen
Artikelen: 0
Berichten: 389
Lid geworden op: wo 27 aug 2008, 18:48

Re: Hoogtekaarten

Het is zo dat elk land zijn eigen nul-niveau zelf kiest. In België is dit inderdaad het TAW. Dit is de gemiddelde laagwaterstand van Oostende. Dit is een lichte uitzondering, vermits men in de meeste landen een gemiddelde waterstand neemt. In Frankrijk heeft men het Zero Des Cartes, een gemiddelde zeewaterstand in Marseille. Dus, als je een hoogtekaart vast neemt, kijk goed na welk systeem men gebruikt. Eigenlijk gaat het puur om een conventie: we nemen dat punt als 0-punt en vanaf daar doen we dan onze metingen. Via conversietabellen kan men tussen de verschillende peilen switchen.

Het meten van een hoogte gebeurt met een waterpassingstoestel. Dit is een sterke verrekijker als je wil, waarop een buisniveau is gemonteerd. De man aan de kijker kijkt dan door het apparaat naar een pijlstok (meetlat) die een helper op een eerste lokatie zet. Vervolgens keert men de kijker naar een pijlstok op een andere lokatie. Het verschil tussen de aflezingen op de pijlstof is dan het hoogteverschil. Zo begint men aan het basispunt, definieert men iets verder de hoogte van een nieuw punt en meet men vandaar af weer verder. Zo gaat men heel het land af.

Terug naar “Aardwetenschappen”