Hallo,
Voor mijn stageopdracht ben ik een las manipulator aan het ontwerpen, maar ben tegen het volgende probleem gelopen.
Ik heb twee platen van S355J2G3 materiaal, die ten opzichte van elkaar kunnen bewegen, en verbonden zijn door een as. Met behulp van één bout wil ik ervoor zorgen dat ik de platen niet meer ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Deze bout ligt op 200 [mm] afstand (hart tot hart) van de as. Eén plaat zal willen bewegen doordat er een moment van 10250000 [N*mm] op werkt. Het volgende heb ik berekend.
Statisch wrijvingscoëfficient = 0,5. (uit Roloff/Matek tabellenboek)
Fkl = 10250000 / (200 * 0,5) = 102500 [N].
Stel ik ga een M24 bout (sterkteklasse 8.8) gebruiken, dan heeft deze een draagvlak van de kop van Ap = 356 [mm2].
De toelaatbare spanningsdruk van het materiaal is ongeveer 420 [N/mm2] (klopt dit?).
Met bovengenoemde kracht en draagvlak kom ik op een optredende grensoppervlaktedruk van 102500 / 356 = 287,9 [N/mm2].
Dit zou betekenen dat qua grensoppervlaktedruk de M24 bout volstaat. Een M20 bout zou eventueel ook nog net gaan (grensoppervlaktedruk is dan 102500 / 244 = 420,1 [N/mm2]).
Als ik vervolgens opzoek wat de voorspankracht van een M24 bout sterkteklasse 8.8 is, zie ik dat deze afhankelijk is van de wrijvingscoëfficient tussen kop draagvlak en materiaal. Welke wrijvingscoëfficient moet ik hier nemen? De platen zijn onbewerkt, en het zijn gezwarte bouten. Bij een wrijvingscoëfficient van 0,14 is er bijvoorbeeld een spankracht mogelijk van 168 [kN].
En wat als ik niet één maar drie bouten gebruik? De drie bouten zitten op één lijn met de as, met 40 [mm] tussenruimte (hart tot hart). Dus eerste bout ligt op 200 [mm] afstand, tweede op 240 [mm] afstand en derde op 280 [mm] afstand. Kan ik dan zeggen dat elke bout 1/3 van de kracht moet opvangen?
Heb niet echt iets meegekregen van boutverbindingen, en zou graag willen weten of wat ik heb uitgerekend een beetje klopt, en of mijn aannames niet volledig de plank misslaan.
Alvast bedankt!
Linkydink