Ik kom er even niet meer helemaal uit.
Planeten bewegen in een baan om de zon, waarbij de binnenste planeten sneller in hun baan bewegen dan de buitenste planeten. Hoe komt dit? Ik dacht dat dit kwam doordat de zwaartekracht dichtbij de zon sterker is dan ver van de zon, waardoor een planeet die dicht bij de zon staat en dus een grotere kracht richting de zon ondervindt, sneller moet bewegen om niet te pletter te slaan (dus een sterkere middelpuntvliedende kracht moet ondervinden om de zwaartekracht te overwinnen). Maar er speelt ook nog zoiets als de wet van behoud van impulsmoment (het bekende 'ballerina'-verhaal). Spelen deze twee factoren nu tegelijk een rol, of hoe zit dat nou eigenlijk?
In hoeverre is het volgende experimentje representatief voor de krachten die er spelen op de planeten. Je neemt een lang en een kort stuk touw waarbij je aan het uiteinde een gewicht vastbindt. Je draait vervolgens rondjes met een constante snelheid terwijl je eerst het ene en daarna het andere touw vasthoudt. Het is de bedoeling om in beide gevallen precies zo hard te draaien dat het touw net strak komt te staan. Als het goed is zul je merken dat je sneller moet ronddraaien bij het korte stuk touw. Maar het touw is volgens mij niet vergelijkbaar met de zwaartekracht omdat de kracht in het touw niet afneemt met de afstand. Waar of niet waar..? :eusa_whistle: