Bijlage toont 3 tekeningen die het probleem al tonen.
Je hebt een bal op de schuine wand van een cycloon die ronddraait met gegeven hoeksnelheid ω. Hierdoor kent de bal een normaalversnelling naar de centrale verticale as van de cycloon toe. In de eerste twee tekeningen (cycloon_1 en cycloon_2) worden de werkelijk optredende krachten getekend: de normaalkracht van de cycloonwand op de bal en de zwaartekracht (geen wrijving). Dit geeft echter tegenstrijdige uitkomsten: Het blijkt dat N constant moet zijn, wat het zeker niet kan zijn want deze wordt groter of kleiner bij toenemende/afnemende hoeksnelheid.
Tekening 3 toont waar het probleem vandaan komt, indien ik de normaalversnelling weglaat en deze compenseer met de centrifugale kracht. Hierbij kan er namelijk een versnelling worden getekend, de blauwe a, waardoor N wel kan variëren. Maar deze versnelling kan niet op de vorige twee tekeningen geïntroduceerd worden. Dus waar zit hier eigenlijk de fout?