De 2 halve schalen hebben een hoogte bijv 20 cm en een diameter ,bijv 2 cm en wanddikte 2mm. As van de buis is 1 cm
Je ziet een rechth vlak wat je wilt
ombuigen in vlakrichting,waarop je aan beide einden een puntlast P Newt. kunt zetten,waardoor er een krachtkoppel van 20 P Ncm ontstaat of een gelijkmatige via je handen (?) met q Newt.gelijkm. en een koppel van 2*10*q*5 Ncm. (Wringing wordt een lastiger berekening,maar moet op dezelfde nokkenmethoden worden opgevangen)
Een van die koppels moet opgevangen worden door nokjes en de buitenste vangen de meeste kracht op en zou je er vanuit de einden er op elke schaal 2 of 3 en bijv 3 cm uit elkaar kunnen zetten,nokbreedte verspringend binnen tegen de schaalwanden.
Het tegenkoppel wordt dan opgevangen door 4 of 6 nokken,waarop je een driehoekige krachtenverdeling vanuit het midden van de schaal moet zetten en dan er twee koppels werken;de een met een koppel met 195 mm en de ander met 135 mm .
Vanuit de as van de schaal treden er op elke helft aan de bovenzijden en onderzijden (h=10 cm) druk- en trekkrachten op.
Teken dat vlak van 20* 2 met links en rechts twee krechten driehoeken vanuit het midden als je kunt zien bij optredende spanningen bij balken,trekhelft in onderste driehoek en drukhelft in bovenste driehoek.
Per 2 of 3 paar nokken vond(!) je krachten en die kun je op afschuiving berekenen en als je veel trek hebt ook nog op buiging en afschuiving met de hiervoor geldende formule van Huber/Hencky (opzoeken),
.Zo zou je er uit moeten komen,succes met je vrije weekend!