Oplossingen:
Oplossing 1: verzadigde oplossing van K2S2O8 met gekende molariteit (zie fles!).
Oplossing 2: KI-oplossing
Oplossing 3: Na2S2O3-oplossing: c (S2O32-) = ± 0,1 mol/l (juiste M noteren!)
Zetmeeloplossing
Werkwijze:
1. De S2O82--oplossing (opl.1) wordt eerst 5 x verdund. Leng exact 50 ml van oplossing 1 in een maatkolf van 250 ml aan met gedeïoniseerd water tot aan de maatstreep.
Goed mengen. Bereken de nieuwe molariteit.
Pipetteer 50 ml van deze verdunde oplossing in een erlenmeyer met een geslepen stop.
2. Breng in een tweede erlenmeyer exact 50 ml van de KI-oplossing (opl.2).
3. Vooraleer de reactie te starten wordt de natriumthiosulfaat-oplossing (opl.3) 10 x verdund: leng 25 ml van opl. 3 in een maatkolf van 250 ml aan met gedeïoniseerd water tot aan de maatstreep.
Goed mengen. Bereken de nieuwe molariteit.
Vul de buret met deze verdunde oplossing en bewaar de rest om later bij te vullen.
Zorg dat er geen lucht aanwezig is tussen de kraan en het onderuiteinde.
4. Bij de staalname op verschillende tijdstippen zal de reactie gestopt worden door het staal sterk te verdunnen.
Zet enkele erlenmeyers klaar die ongeveer 200 ml gedeïoniseerd water bevatten. Naarmate de reactie vordert, worden nieuwe erlenmeyers klaargemaakt.
5. De reactie wordt gestart door de inhoud van de tweede erlenmeyer (punt 2) over te gieten in de eerste erlenmeyer (punt 1), niet omgekeerd! Waarom?
Schud onmiddellijk om de oplossing homogeen te maken en start de chronometer: deze blijft doorlopen tot aan het einde van het experiment. Door het mengen worden beide oplossingen nog eens verdund: bereken de beginconcentratie aan S2O82- ([R]0).
6. Na maximum 2 minuten wordt een eerste staal van 10 ml (pipet) genomen uit het reactiemengsel: laat het uitlopen in één van de erlenmeyers gevuld met water: hierbij stopt de reactie.
Noteer het exacte tijdstip (chronometer laten doorlopen).
Voeg enkele druppels zetmeel toe en titreer de ganse inhoud met Na2S2O3 tot kleurloos.
7. Op dezelfde manier wordt maximum 3 minuten na de eerste staalname een tweede staal genomen (dus 5 min. na het begin van de reactie), verdund en getitreerd. Noteer weer het tijdstip van het stoppen van de reactie. Titreer de oplossing.
8. Deze staalname en titratie wordt nog een aantal keren herhaald: naarmate de reactiesnelheid vertraagt, mag het tijdsinterval tussen de staalnames groter worden.
Het laatste staal moet alleszins na ongeveer 1 uur genomen worden.
Voorstel: na 2, 5, 8, 12, 18, 26, 36, 48 en 60 min.
9. Op deze manier krijg je een reeks titratiegegevens in functie van het tijdstip van de staalname.
Vragen
1. Uit de titratiegegevens wordt de lopende concentratie van S2O82- ([R]) berekend op de verschillende tijdstippen.
[R] = [R]0 - [I2]
De I2-concentratie wordt als volgt berekend:
Bij de titratie geldt volgende reactie:
I2 + 2 S2O32- 2 I- + S4O62-
1 mol I2 reageert met 2 mol S2O32-
Op het eindpunt van de titratie (ontkleuring) is er dus 2 x zoveel S2O32- toegevoegd als er I2 aanwezig was.
of
[I2] : conc. I2 in staal (mol/l)
conc. S2O32- in buret (mol/l)
: volume toegevoegd uit buret
: volume van het staal: 10 ml
Maak een tabel van [R] en log[R] in functie van de tijd (SI-eenheden!).
2. Stel een curve op van [R] in functie van t.
- Bereken de halfwaardetijd t1/2.
- Bereken k1 uit de halfwaardetijd
3. Stel een grafiek op van log[R] in functie van t. Bepaal k1 uit de helling van de rechte.