Ik moet als oefening een gebouw ontwerpen.
Het gaat hier om een gebouw in een L-vorm als grondvlak. (zogezegd op de hoek van een kruispunt)
Op de hoek van deze L staat een bouwdeel van ongeveer 30mx30m (bvb winkels). Ten noorden en ten oosten hiervan hangt telkens nog een bouwdeel van ongeveer 60m x15m aan (appartementen).
Alle delen bestaan uit 3 verdiepingen. Onder de achterkant van deze L zit nog een kelder over ongeveer 1/3 van de breedte van het gebouw.
Verdere gegevens zijn:
- alle muren als beksteenmetselwerk
- alle vloeren in beton
Nu vroeg mijn begeleider of ik al rekening had gehouden met eventuele uitzettings- en zettingsvoegen doorheen het gebouw. Ik had hier eigenlijk nog geen rekening mee gehouden. Ik veronderstel dat hij hier dillatiatievoegen mee bedoeld.
Maar ... waar en hoe plaats ik deze?
Ik heb al wat rondgelezen op internet en volgens dat ik begrijp moet ik hiervoor een voeg voorzien doorheen mijn gebouw, dus een voeg zowel in mijn fundering, vloeren als wanden. Dus het ene deel moet volledig los staan van het andere deel met daartussen wel een soort van elastische voegband kwestie dat de voeg dicht is (alsof het dus los van elkaar staande gedeelten zijn).
Klopt dit?
Hoeveel dergelijke voegen plaats ik er dan? sommige spreken van om de 20m en anderen zeggen om de 50m. Om de 20m lijkt me wat kort.
Weet iemand of hierover wat meer of weet iemand waar op het net eventueel wat meer literatuur te vinden is hierover.