Bij de theoretische draagkracht ( C ) is dit correct, echter werk je met een reële kracht ( P ).
L10 (90% betrouwbaarheid, in omwentelingen) = (C/P)^3 (of tot de macht 10/3 voor cilindrische rollichamen)
In de praktijk is P altijd veel kleiner dan C, dus zit je snel met n x 10^6 omwentelingen.
Hierbij zitten er ook factoren in verwerkt voor stootbelastingen, vervuiling, type smering, toerental, ...
WIl je met draaggetal de verhouding statisch / equivalent statisch zeggen?
If so, dan is hoe groter deze verhouding, hoe groter de eisen zijn die gesteld worden aan het lager (CNC-machines, ziekenhuisomgeving, geluid/trillingen, ....)
en <1 is dan voor landbouwvoertuigen, export-brol, kinderspeelgoed, waar het allemaal "zo nauw niet steekt".
toerental heeft er niet rechtstreeks iets mee te maken...
Bij de toepassingen waarmee ik al te maken heb gehad, zat deze waarde zo tussen 2 en 40-50, dacht ik.
Volgens mij (maar dat is slechts een interpretatie, levensduur was voor die toepassingen geen belangrijke factor), bekijk je die verhouding als een soort veiligheidsfactor: je hebt een werkelijke belasting, je kiest naar gelang de omstandigheden een verhouding (<1 ; =1 of >1) en daarmee kies je dan een lager met minstens die waarde.