Het criterium stelt dat er een kritische waarde bestaat voor de (elastische) vormveranderingsarbeid, waarbij vloeigedrag de constructie plastisch zal vervormen en dus faalgedrag optreedt.
Met de volumeveranderingsarbeid hoeft men geen rekening te houden.
In m'n cursus staat hier geen reden voor.
Ik denk hetvolgende.
Plastische vervorming is dus niet toegelaten. Vanaf dat de plastische vervorming optreedt geldt dat de sommatie van de rekken (x, y, z) gelijk is aan 0.
Maw. er is geen volumeverandering meer en dus ook geen sprake van een kritische volumeveranderingsarbeid.
Conlusie:
zolang de toegevoegde arbeid (volume en vorm) wordt gebruikt om de structuur elastisch te vervormen is er geen probleem.
Is dit correct?
Mvg.