Akkoord... de doorbuiging ter plaatse van het einde van het overstek, en dat noemen we even punt C, is in deze situatie dus:
\(u_C = \frac{q \times l^4}{8\times EI}\)
Dan gaan we naar de vervolgstap, want bij de situatie van inklemming is de hoekverdraaiing ter plaatse van de inklemming 0. En als we afbeelding 2 van de bijlage bekijken kun je je voorstellen dat het gedeelte achter de "inklemming" wil gaan opbuigen ten gevolge van dat gewicht. (Ik heb hier overigens een q-last weggelaten, dit is voor de derde stap)
Door deze opbuiging kantelt de ligger enigszins en heeft een hoekverdraaiing
\(\varphi_B\)
als gevolg.
Kun je met behulp van de derde afbeelding en de vergeetmenietjes bepalen wat hoekverdraaiing
\(\varphi_B\)
moet zijn?