Maar als we aannemen dat het hetzelfde type aardbeving is, en de vrijgekomen energie hetzelfde is, dan zou je wel kunnen stellen dat in dit geval de diepere aardbeving minder schadelijk is. De krachten aan het oppervlak zullen dan minder zijn omdat de schokgolven vanaf het hypocentrum naar het epicentrum over een grotere afstand moeten reizen en zich dus over een groter oppervlak verdelen.
Maar andersom: Als de krachten in het epicentrum hetzelfde zijn als bij de ondiepe beving, dan moet een diepere aardbeving meer energie vrijgemaakt hebben. Gevolg is dat bij deze diepere aardbeving de verwoesting over een groter oppervlak plaatsvindt.
Maar er zijn natuurlijk nog allerlei variabelen die een grote rol kunnen spelen: type aardbeving, de duur van de beving, de grootte van het gebied dat beweegt, aantal en hevigheid van de naschokken, de invloed van de bodemsoort, vorming van drijfzand (liquefaction), eventueel tsunamigevaar, bevolkingsdichtheid ter plaatse, kwaliteit bouwwerken enzovoort.