Verder met het boek van Zee. Het volgende vraagstuk betreft een klassieke afleiding (volgens Newton) van de afbuiging van lichtdeeltjes door de zon. Ik heb daar inmiddels al weer flink wat tijd in gestoken maar ik kon geen eenvoudige afleiding bedenken. Daarom heb ik ten einde raad maar de oplossingen achter in het boek bekeken. En daar staat een onelegant en weinig intuitief bewijs. Niet vreemd dus dat ik geen simpele oplossing kon vinden!
Maar na een korte rust te hebben genomen bedenk ik zojuist iets wat mogelijk ook gaat. Zie onderstaande schets:
Stel je voor dat twee lichtdeeltjes in tegengestelde richting langs de zon scheren. Dan wordt de zon daardoor “naar beneden” getrokken. Omdat de afbuiging van de lichtdeeltjes minimaal is kun je de mate waarin de zon door de lichtdeeltes wordt aangetrokken eenvoudig berekenen door de banen van de lichtdeeltjes (bij die berekening) als rechte lijnen te beschouwen. Maar als je weet welke neerwaartse impuls de zon door het passeren van de lichtdeeltjes krijgt weet je ook welke impuls omhoog de lichtdeeltjes zelf door het passeren van de zon verkrijgen. En daar volgt dan – als ik niets over het hoofd zie – de afbuiging van de lichtdeeltjes uit. Is een dergelijke berekening van de afbuiging al bekend?