Ik wil e.e.a. een beetje nuanceren...
Altijd mooi meegenomen, aangezien 'zwart - wit' maar zelden voorkomt...
Gezien de vrij hoge prevalentie van trauma's, is het duidelijk nodig dat verschillende paden voor de ontwikkeling van specifieke stoornissen onderzocht worden: waarom en hoe leidt een trauma bij de één tot de ontwikkeling van PTSD, bij de ander tot Borderline, tot (een vorm van) psychose, of tot een specifieke fobie, en bij weer anderen niet tot een stoornis? Ik denk dat daaromtrent tot op heden te weinig onderzoek gebeurd is, en dat we nog niet genoeg zicht hebben op antwoorden op die vragen. Bovengenoemde auteurs bespreken ook alleen de theorievorming over de ontwikkeling van PTSD.
En dan komt die
diathese natuurlijk op de proppen... Al is dit vaak een ietwat makkelijke oplossing om de grote
diversiteit van stoornissen te verklaren na het ondergaan van éénzelfde trauma.
Anderzijds worden
welbepaalde trauma's ook weer gelinkt met
welbepaalde stoornissen.
Zoals bij PTST: blootstelling aan een traumatische ervaring (levensbedreigend, ernstig letsel, gevaar voor lichamelijke integriteit van de ander of zichzelf & waarbij men intense angst, hulpeloosheid of afschuw doormaakt). Als we de leertheorie wat volgen, dan kan het samen voorkomen van iets wat hevige angst bezorgt en een ander object (bv. spin), leiden tot een specifieke fobie. Maar goed, ik wil al direct relativeren: ook bij een specifieke fobie is zo'n gebeurtenis niet steeds terug te vinden. En zal niet iedereen die zoiets doormaakt, ook een specifieke fobie ontwikkelen. En dan hebben we het nog niet over de andere stoornissen, zoals depressie, psychose. Dat haal je dus zeker terecht aan!
Ik denk ook aan 'onveilige hechting', dat gelinkt wordt aan
diverse psychologische stoornissen. En zelfs al komen meerdere stoornissen wel vaker samen voor, dan nog zal dit niet verklaren waarom een onveilig gehecht individu 'gezond' zal blijven, terwijl de ander stoornis X en weer een ander stoornis Y zal krijgen.
Ik wil tenslotte ook nog even de link leggen met de theorie van Rogers die een incongruentie tussen zelfbeeld en zelfideaal als oorzaak van psychologische stoornissen ziet, hij doet geen uitspraak over wat iemand dan precies zal krijgen, net omdat hij de diagnostiek (welke stoornis heeft iemand nu precies) nog te onvolmaakt vond. Idem dito voor Frankl die demoralisatie en vervreemding als oorzaak van alle psychische stoornissen aanwijst.
En zelfs de psychoanalyse en de gedragstherapie doen eraan mee: respectievelijk met 'een conflict tussen autonomie en verbondenheid' en 'aversieve conditionering'.
Dat haal ik ook uit Dido's reacties: we kunnen voorlopig weinig meer zeggen dan dat het een samenspel is van biologische, psychologische en sociale factoren, dat er bepaalde kwetsbaarheden en bepaalde triggers zijn. Het probleem is dat we daar (nog?) niet in kunnen differentiëren. Het bio-psycho-sociaal model en het diathese-stressmodel zijn heel algemene modellen die voor zowat élke stoornis vernoemd worden.
En dat kan ik alleen maar beamen. Zelfs bij een wat voordien, puur biologische aandoening werd genoemd, zoals bijvoorbeeld een verkoudheid, spelen die psychosociale factoren ook mee. Maar dat model is inderdaad 'breed'...
Ik denk dat Rosalynns visie ook niet zo verwonderlijk is: men doet het vaak voorkomen alsof we heel goed weten wat schizofrenie en psychosen precies zijn (het zit 'm allemaal in de neurotransmitters)*, terwijl dat eigenlijk niet zo is. Bijna alle aandacht gaat naar biopsychiatrisch onderzoek naar schizofrenie, waarbij psychotherapie vaak enkel dient ter ondersteuning van medicinale behandeling, ook al is die niet oncontroversieel en weten we eigenlijk ook niet precies waarom die medicatie werkt. Meer nog: psychologisch onderzoek naar schizofrenie wordt in de VS bemoeilijkt omdat je geen onderzoek mag uitvoeren zonder die medicatie te geven.
OK, ik kan je geen ongelijk geven... De jaren '60 - '70 kenmerkten zich door 'het is allemaal te wijten aan een slechte maatschappij en opvoeding. Biologische factoren waren een taboe. Hedentendage is het omgekeerde waar: 'alles zit hem in de biologie en de psychosociale factoren' worden vaak vergeten. Al denk ik dat laatste méér aanwezig is bij wetenschappelijke onderzoekers én diegenen die niet in de hulpverlening werkzaam zijn (die ik even, voor de makkelijkheid, de man van de straat noem, zonder hiermee een oordeel te willen vellen over die mensen). Misschien zorgt dit laatste er trouwens voor dat ikzelf onvoldoende kan inschatten welk beeld de media (om het even breed te benoemen) biedt aan de gewone man op straat.
Ik merk immers dagelijks hoe artsen (en ik ken er veel :eusa_whistle: ) én psychologen wél aandacht hebben voor het ganse plaatje. Al zal elk, vanuit z'n eigen discipline, zeker de nadruk leggen op het één of het ander.
Als besluit dan... Ik kan je wel volgen, Ypsilon, als je stelt dat mensen, die niet zo vertrouwd zijn met de geneeskunde, vooral te horen krijgen hoe sterk alles biologisch geregeld wordt. Voor een stuk wordt dit zelfs bevestigd én versterkt door wetenschappelijke onderzoekers die nu eenmaal heel erg gericht zijn op meten, objectieve factoren en dus het liefst op
biologische markers.
Terwijl ik wel degelijk op het werkveld (tussen de hulpverleners in), merk dat ook artsen overtuigd zijn van de psychologische en sociale factoren. Maar dat haalt natuurlijk de media niet...
Helemaal mee eens. Dat is ook één van de redenen waarom ik met Arjan Dokelaar (eerder in dit topic en in andere draadjes in dit forum) zo'n heftige discussie had: op basis van een paar gevallen wordt heel de psychiatrie, bij uitbreiding de hele medische wereld met argwaan bekeken of zelfs gedemoniseerd....
Weinig wetenschappelijk gefundeerd... maar als ik zie wie psychiater is geworden, dan kan ik alleen maar aangeven dat dit
bijna allemaal mensen zijn die
heel erg bekommerd waren om hun medemens... Mensen die heel gevoelig in de wereld staan en zeker aandacht hebben voor het psychosociale van het individu.
Dit geldt trouwens eveneens voor de vele artsen die ik ken. Niet allemaal, dat is te idealistisch, maar velen zien wel degelijk het belang in van psychosociale factoren.
Waarbij je dan wel de vraag kunt stellen of dat zo veel uitmaakt voor de klinische praktijk.
Die vraag kan je je terecht stellen. Maar zolang niet blijkt uit harde cijfers dat artsen inderdaad
vooral enkel geloven in een
biologische benadering, weiger ik daarin mee te gaan. Net omdat de opleiding, de achterliggende theorieën die men in de opleiding krijgt (en mijn ervaring met die mensen, maar dat telt niet echt) die 'puur biologische visie' zeker niet in de hand werkt. In de media komt natuurlijk vaak het enige eindresultaat aan bod: 'de arts die een pilletje geeft'. Wat echter niet in de media komt, zijn de vele gesprekken die zo'n arts vaak al heeft gehad met de patiënt. De vele uren die hij daar al aan besteed heeft én daar nog zàl aan besteden, voordat hij dat pilletje gaf, of samen met het 'pilletje geven'...
Al betekent dit
niet dat artsen ook steeds
voldoende zicht hebben op de
achterliggende psychologische theorieën én de
specifieke aanpak die dit soms vergt. Ze verwijzen, naar mijn mening, dan ook nog veel te weinig door naar de geestelijke gezondheidszorg (toch zeker in België).
Nu ja, Ypsilon, dit is niet echt naar jou gericht. Uit jouw postjes laat je wel degelijk blijken dat je weet dat ook de medische wereld aandacht heeft voor de psychosociale factoren. ](*,) Het valt me alleen heel erg tegen, telkens, om te merken hoe artsen verwijten aan hun adres krijgen die vaak onterecht zijn en vooral sterk uitvergroot zijn door sommige individuen.
Dido