Het is toch zoals johan zegt? Als je als onderwerp hondjes kiest wordt het meervoud, als je als onderwerp één van die hondjes kiest wordt het enkelvoud. Dan moet je natuurlijk zeggen 'één van de twee hondjes dat zich relaxt gedroeg.'
Als
onderwerp van het naamwoordelijk gezegde, ja (als dat tenminste zo heet):
''Eén van de hondjes'' is toch gewoon enkelvoud en onderwerp van de zin. Omdat het laatste woord van het onderwerp meervoud is gebruiken sommige mensen meervoud en het wordt daarom niet als ernstige taalfout ervaren.
Nee,
Fikkie is het onderwerp. ''Één van de hondjes'' is onderdeel van het naamwoordelijk gezegde, dat voluit niet ''was één van de hondjes'', maar ''was één van de hondjes die zich relaxt gedroeg(en)'' is.
Volgens mij mag het nog steeds beide, afhankelijk van waar je het accent legt en wat er verder volgt. Het voorbeeld met de komma dat ik gaf:
'Een van de bezoekers die te laat kwamen, mocht de toneelzaal niet meer in'
vs.
'Een van de bezoekers, die te laat kwam, mocht de toneelzaal niet meer in'.
was echter fout/verwarrrend, daar daarmee een heel andere zin/situatie wordt gecreëerd, namelijk de situatie dat alléén deze bezoeker te laat kwam en dus niet naar binnen mocht. Wat dit misverstand echter wel duidelijk laat zien, is dat kwam/kwamen echt slaat op
meerdere bezoekers en dat
kwamen dus
sowieso goed is (net als
gedroegen en
kunnen in de andere voorbeelden).
Waarmee het probleem m.i. met de helft is gereduceerd, nml. tot de vraag of
kwam,
gedroeg en
kan óók mogen.
Ik houd het op ja, waarbij het ''proeven'' van de zin het enige maatgevende criterium is.