Re: Voltooid tegenwoordige tijd vs persoonsvorm+infinitief
Geplaatst: di 01 jul 2008, 16:02
In de moderne taalkunde worden er drie infinitiefconstructies onderscheiden. De eerste constructie is het toevoegen van een afzonderlijke beknopte bijzin aan een zelfstandig werkwoord. Dat is het geval in ik heb voorgesteld (om) dat boek te lezen. De tweede is het toevoegen van een beknopte bijzin door versmelting van de werkwoorden tot één groep (groepsvorming): ik heb dat boek proberen te lezen. In die constructie zijn de twee werkwoorden versmolten tot één groep, en staat er materiaal van de beknopte bijzin in de hoofdzin. Onder deze constructie worden in de moderne taalkunde ook gerekend de gevallen die in de traditionele zinsontleding hulpwerkwoordconstructies genoemd worden. Die zijn meestal zonder, maar soms ook met te: ik heb dat boek willen lezen, en ik heb dat boek zitten (te) lezen. De tweede constructie wordt ook wel IPP-constructie genoemd vanwege het feit dat het werkwoord van de hoofdzin in de voltooide tijd niet in de vorm van een voltooid deelwoord kan staan, maar infinitief wordt (Infinitivus Pro Participio).Hurm schreef:Ik denk inderdaad dat 'te' er mee te maken heeft, maar juist niet als uitzondering. 'Hij is gebleven (om) te slapen' is denk ik correct. 'Hij heeft gewild (om) te werken' klinkt raar, maar lijkt mij ergens ook wel juist. Zeker ben ik er niet van, maar ik denk dat
niet altijd van toepassing is. Voorbeeld: 'Ik heb leren lezen', maar 'Ik heb geleerd te lezen' klopt ook als een bus.
En dan is er nog de derde constructie (die ook inderdaad "derde constructie" genoemd wordt). Die heeft wel groepsvorming, maar geen IPP: ik heb dat boek geprobeerd te lezen. Deze constructie wordt niet door alle taalgebruikers geaccepteerd, maar komt zeker voor.
Welke constructie je kunt krijgen, is afhankelijk van het werkwoord. Proberen heeft eerste, tweede én derde constructie, trachten alleen eerste en tweede. Willen heeft alleen tweede constructie en voorstellen alleen eerste.
Sommige taalkundigen onderscheiden ook nog een vierde constructie. Dat is de Vlaamse constructie, waarbij je wel IPP hebt, maar geen (of beperkte) groepsvorming van de werkwoorden: ik heb proberen dat boek te lezen. Ook deze constructie is aan kritiek onderhevig, maar varianten ervan komen in België algemeen voor.