Re: Kettingfontein (bead chain phenomenon)
Geplaatst: za 10 aug 2013, 19:46
Bij niet-gelijkblijvende breedte toch ook? Als het boogje groter wordt moet dat komen omdat er aan de achterkant meer schakels inkomen dan er aan de voorkant uitgaan; Dat kan alleen als ze aan de achterkant sneller gaan dan aan de voorkant. Of...?? Ik moet daar nog even over nadenken....Bartjes schreef: ↑za 10 aug 2013, 16:09
Tijdens het groeien moet dat op zuiver geometrische gronden (bij gelijkblijvende breedte) inderdaad zo zijn, anders hou je immers geen extra stukje ketting over om het hogere boogje te vormen.
Het is juist door de spankracht dat de schakeltjes dezelfde snelheid hebben. Zodra een schakeltje zijn voorganger inhaalt zal er geen spankracht zijn? En van een centripetale kracht zal geen verandering in de absolute snelheid komen aangezien deze loodrecht op de bewegingsrichting werkt.Bij je redenering over wat fysisch al dan niet kan laat je de centripetaal- en spankrachten buiten beschouwing. Het is zeer twijfelachtig of dat wel mag.
Het gaat ook niet om de analogieën en redeneringen. Het doel is niet om via een redenering een sluitende verklaring te vinden, al zou dat mooi zijn. De redeneringen zijn een middel om uit te vogelen welke vergelijkingen men kan toepassen.Zoals ik al eerder schreef denk ik dat dit verschijnsel te ingewikkeld is om op basis van enkel analogieën en redeneringen te begrijpen.
Ik zie de vorm als een minder belangrijk detail. Als je kunt verklaren dat de ketting onder bepaalde voorwaarden een boog maakt in plaats van strak over de rand glijdt, dan is dat de grootste stap. Daarna wordt in mijn optiek de vraag hoe zo'n ketting van strak over de rand (begintoestand) tot zo'n boog komt.Ik beschouw het stationaire geval als verklaard wanneer de vorm van het boogje uit de Wetten van Newton is afgeleid. Ik heb wel een boogje gevonden, maar het heeft nog niet de juiste (waargenomen) vorm. Mijn verklaring is dus ook nog niet compleet.
In feite een vraag die men volgens mij zou moeten kunnen beantwoorden met de beschrijving die je nu hebt. Als je die benadering toepast op een ketting die geen boog maakt, of in ieder geval niet de stationaire boog die je berekent. Een initiële vorm dus die vertrekt vanuit punt IV in bericht 49 naar een punt ergens lager dan de top, en van daaruit naar beneden.
Welke krachten rollen daaruit, en is uit die krachten misschien af te leiden dat zo'n boogje zich zal gaan vormen?
Vandaar ook dat ik zei: ten opzichte van het traject dat ze afleggen. Als het er veel zijn wordt het totale traject dat ze met zijn allen afleggen ook erg lang...
Ze zijn inderdaad erg klein, maar het zijn er daardoor ook erg veel.
Hoezo helaas? Het betekent dat een aanname die je eerder maakte terecht was. Én het betekent dat je je over een mogelijk ingewikkelde berekening waar je tegenop zag achterwege kunt laten.Dat aandeel is inderdaad (en helaas voor mij) betrekkelijk gering.