sciencetalk

kan iemand mij hiermee helpen:

ik moet de volgende 2 waarnemingen vanuit geocentrisch en heliocentrisch verklaren

Waarnemingen

1. De achterkant van de maan is nooit te zien.

2. Venus en Mercurius staan altijd in de buurt van de zon. Mars, Jupiter en Saturnus kunnen overal langs de ecliptica staan.

ik hoop dat iemand mij kan helpen!!

alvast bedankt

ninammm schreef:1. De achterkant van de maan is nooit te zien.

2. Venus en Mercurius staan altijd in de buurt van de zon.

3. Mars, Jupiter en Saturnus kunnen overal langs de ecliptica staan.

1. De maan draait t.o.v. de sterren lngzaam om haar as, zodanig, dat steeds dezelfde zijde naar de aarde gekeerd blijft.

2. De min of meer cirkelvormige banen van Venus en Mercurius liggen binnen de cirkelbaan van de aarde.

Teken je vanaf de aarde de raaklijnen aan die cirkels, dan zie je de maximale hoekafstand tussen genoemde planeten en de zon.

3. De banen van Mars, Jupiter en Saturnus zijn cirkels buiten de aardbaan. Raaklijnen zoals bij 2 zijn nu niet mogelijk. Jupiter, Zon en Aarde kunnen nu op twee manieren op een rechte lijn staan. Conjunctie en oppositie.

ad 1, hier vind je het precieze mechanisme.

Ik denk dat maar de halve vraag is. Hij moet het omschrijven vanuit een heliocentrisch en een geoscntrisch oogpunt verklaren.

Heliocentrisch lijkt me makkelijk. Dat is de huidige kennis.

Geocentrisch is de maan natuurlijk ook makkelijk uit te leggen. (want die is geocentrisch)

Echter is het moeilijker om de observaties van venus en mercurius vanuit het geocentrisch oogpunt te verklaren.