sciencetalk

Allereerst wil ik zeggen dat ik een complete voorstander ben van de SRT en van de ART en dat ik die hier niet die theorien probeer af te kraken.

Stel dat de lichtsnelheid 50 km/u is. Ik neem dit aan omdat het gemakkelijker is om mee te rekenen. Iemand rijdt met een auto aan 49 km/u over de weg. En ineens springt er een konijn voor zijn wielen. Daar de tijd heel traag gaat buiten de auto (tijddilitatie) kan hij het konijn met gemak ontwijken. Maar het konijn ziet de bestuurder heel traag reageren. Volgens de bestuurder overleeft het beest het met gemak maar het konijn kan niet overleven.

Wat is hier aan de hand?

aaargh schreef:Allereerst wil ik zeggen dat ik een complete voorstander ben van de SRT en van de ART en dat ik die hier niet die theorien probeer af te kraken.

Stel dat de lichtsnelheid 50 km/u is. Ik neem dit aan omdat het gemakkelijker is om mee te rekenen. Iemand rijdt met een auto aan 49 km/u over de weg. En ineens springt er een konijn voor zijn wielen. Daar de tijd heel traag gaat buiten de auto (tijddilitatie) kan hij het konijn met gemak ontwijken. Maar het konijn ziet de bestuurder heel traag reageren. Volgens de bestuurder overleeft het beest het met gemak maar het konijn kan niet overleven.

Wat is hier aan de hand?

Ik snap je verhaal niet zo goed, maar google es op "Barn paradox", of in het nederlands de schuurparadox. Over een kerel met een polstok die door een schuur rent. Het begrip "gelijktijdig" heeft geen betekenis meer in de SRT, en dat is jouw struikelpunt. Veel plezier ermee.

Ook op dit forum kan je een boel vinden over de ladder-schuur paradox en (on)gelijktijdigheid in de relativiteitstheorie.

Tevens verplaatst naar moderne natuurkunde.

Ik bedoel dat volgens de bestuurder van de auto, de tijd buiten de auto heel traag gaat. Daardoor zou hij met gemak het konijn kunnen ontwijken. Hij moet gewoon in pakweg een seconde een ontwijkingsmaneuvre doen. Maar volgens het konijn duurt die seconde in de auto veeeel langer, maar de auto blijft wel voortrazen met een snelheid van 50 km/u...

Je hebt een denkfoutje gemaakt

Het konijn overleeft het in beide gevallen niet, namelijk:

Verwaarloos de snelheid van het konijn.

De bestuurder gaat erg snel, dus zijn tijd dilateert (merkt hij zelf niet) en de tijd buiten de auto om gaat dus sneller. Het konijn komt dus zeer snel aan. (jij stelt het andersom)

Het konijn ziet de auto aankomen en ziet dat de bestuurder zeer traag beweegt en kan het konijn niet ontwijken.

In beide gevallen sterft het konijn dus

Volgens de theorie van Einstein zijn allle inertiaalstelsels gelijkwaardig, dus moet de situatie van de bestuurder en het konijjn hetzelfde zijn.

Alleen als er geen versnelling / vertraging is, geldt dat. En slechts 1 van de twee (auto of konijn) versnelt / vertraagt / veranderd van richting. Daar zit de inconsistentie tussen de twee initiaalstelseld. En dat verklaart de paradox.