Een poging:
Volgens PT zakboekje uitg 37:
Uitgaande van een platliggende koker (dus
b groter dan
h) :
\(\tau\)
wring=M
wring /2*t*b*h , waarbij t de wanddikte en
b + h de hartmaten van het profiel voorstellen.
\(\tau\)
wring ongeveer gelijkmatig over de dikte verdeeld!
Volgens leerboek Romijn/Horselink:
Uitgaande van een rechth.koker (staand,dus met grootste hoogte
H en kleinere breedte
B ,inwendig
b*h) :
W
wring= M
wring/
\(\tau\)
max
en
W
wring= (2/9)*(B
3*H -b
3*h) /B ,plaats van
\(\tau\)
max in het midden van de grootste profielzijde.
Bij een koker met
b en h gelijk kun je dus ook nmm.die gelijkheid invoeren in de formules