sciencetalk

Aangezien het heelal overal gelijkmatig uitdijt, houdt dat dan ook in dat onze lengtematen zoals de meter "meegroeit", en fysiek langer is dan wat we vroeger een meter noemde?

Voor zover ik weet worden de SI eenheden voor lengte vastgelegd met behulp van licht, en de lichtsnelheid is constant, dus de afstand ook. Maar als alles gelijkmatig meegroeit, neemt in feite de lichtsnelheid ook toe, maar dat maakt voor ons niet uit want ten opzichte van alles wat we kunnen meten is die lichtsnelheid nog steeds hetzelfde (het constante getal c).

Of werkt het zo niet?

Dan blijft een meter ten opzichte van een relatief stilstaande waarnemer toch ook een meter?

Rogier schreef:Aangezien het heelal overal gelijkmatig uitdijt, houdt dat dan ook in dat onze lengtematen zoals de meter "meegroeit", en fysiek langer is dan wat we vroeger een meter noemde?

Voor zover ik weet worden de SI eenheden voor lengte vastgelegd met behulp van licht, en de lichtsnelheid is constant, dus de afstand ook. Maar als alles gelijkmatig meegroeit, neemt in feite de lichtsnelheid ook toe, maar dat maakt voor ons niet uit want ten opzichte van alles wat we kunnen meten is die lichtsnelheid nog steeds hetzelfde (het constante getal c).

Of werkt het zo niet?

Nop want het heelal zet wel uit, maar de lichtsnelheid en de grootte van de aarde veranderen niet mee. DUs blijft onze meter even groot, altijd.

Ook al zou alles gerekt worden, zouden we nog steeds een meter meten.

1 meter is de afstand die het licht in 1/299.792.458 seconde aflegd.

Indien de lichtsnelheid constant is, en indien 1 seconde constant is, moet ook 1 meter constant zijn.

w00tw00t schreef:1 meter is de afstand die het licht in 1/299.792.458 seconde aflegd.

Indien de lichtsnelheid constant is, en indien 1 seconde constant is, moet ook 1 meter constant zijn.

Het is omgekeerd, eerst is de meter gedefinieerd als een 10000000ste deel van de afstand van de evenaar naar de noordpool en dan is de seconde gedefineerd als de tijd die het licht nodig heeft om 299792.458 meter af te leggen.

Leuke vraag ! Liddle gaat hier kort op in in zn introductieboekje kosmologie ( leuke aanrader trouwens, niet veel achtergrondkennis nodig ) . Het antwoord is nee; de ruimte-tijd zet uit, maar de objecten die zich in die ruimte-tijd bevinden niet. Subtiel verschil

aaargh schreef:

Rogier schreef:Aangezien het heelal overal gelijkmatig uitdijt, houdt dat dan ook in dat onze lengtematen zoals de meter "meegroeit", en fysiek langer is dan wat we vroeger een meter noemde?

Voor zover ik weet worden de SI eenheden voor lengte vastgelegd met behulp van licht, en de lichtsnelheid is constant, dus de afstand ook. Maar als alles gelijkmatig meegroeit, neemt in feite de lichtsnelheid ook toe, maar dat maakt voor ons niet uit want ten opzichte van alles wat we kunnen meten is die lichtsnelheid nog steeds hetzelfde (het constante getal c).

Of werkt het zo niet?

Nop want het heelal zet wel uit, maar de lichtsnelheid en de grootte van de aarde veranderen niet mee. DUs blijft onze meter even groot, altijd.

Dat is nog maar de vraag, of de lichtsnelheid verandert.

Het ligt toch een beetje anders. De meter is oorspronkelijk vastgesteld als de afstand van de noordpool tot de evenaar (over de meridiaan van Paris) gedeeld door 10 miljoen

De seconde is oorspronkelijk de tijdsduur van een etmaal gedeeld door 24x60x60 (24 uren in een etmaal, 60 minuten in een uur, 60 seconden in een minuut.

Hieruit is de lichtsnelheid afgeleid, maar later zijn de zaken anders gedefiniëerd om de meter en de seconde in laboratoriumomstandigheden nauwkeurig en eenduidig te kunnen vaststellen.

Van de site van het Nederlands Meetinstituut (nmi.nl) haal ik het volgende:

de meter is de lengte van de weg die het licht in vacuüm aflegt in een tijd van (1/299 792 458) seconde (17de CGPM (1983), Rés. 1)........

de seconde is de tijdsduur van 9 192 631 770 perioden van de straling overeenkomend met de overgang tussen de twee hyperfijnniveaus van de grondtoestand van het atoom cesium 133 (13de CGPM (1967), Rés.1)

Rogier schreef:Aangezien het heelal overal gelijkmatig uitdijt, houdt dat dan ook in dat onze lengtematen zoals de meter "meegroeit", en fysiek langer is dan wat we vroeger een meter noemde?

Voor zover ik weet worden de SI eenheden voor lengte vastgelegd met behulp van licht, en de lichtsnelheid is constant, dus de afstand ook. Maar als alles gelijkmatig meegroeit, neemt in feite de lichtsnelheid ook toe, maar dat maakt voor ons niet uit want ten opzichte van alles wat we kunnen meten is die lichtsnelheid nog steeds hetzelfde (het constante getal c).

Of werkt het zo niet?

tja, dit is net zoiets als de vraag neemt de lichtsnelheid toe met de uitdijing van het heelal.

We kunnen enkel bepalen of iets toeneemt als we het kunnen vergelijken met een referentie.

Dat wordt lastig als 'alles' uitdijt zoals in jou voorbeeld.

Hubble ondekte dat de 'verre' sterrenstelsel sneller van ons vandaan bewegen. Maar is dat in werkelijkheid wel zo? mischien vertagen de dichtbij zijnde sterrestels. Of mischien is afstand gekoppeld aan tijd.

mischien vertraagd de lichtsnelheid op grote afstanden... vergelijken