kleine fysicus schreef:Geachte(n),
Oké, nu weet ik dat mijn getrokken conclusie juist is. Maar is dit dan niet een zwakheid in de theorie over signulariteiten, ik bedoel; op wikipedia
Verborgen inhoud
ja, wikipedia heeft niet altijd gelijk;) beweren ze dat de ruimtetijd bij signulariteit zodanig wordt gekromt dat het ruimtetijdcontinuüm eigenlijk ophoudt te bestaan. Mag ik dan de conclusie trekken dat hij/zij oneindig wordt gekromd? Want anders hoeft de ruimtetijd per definitie niet op te houden. Er is dan wel een degelijk eind aan de kromming. Of is dit onjuist? Als dat zo is, hoe kunnen we dan de conclusie trekken dat massa de ruimtetijd kromt?
Waarschijnlijk heb ik mijn vraag nog vager maakt dat als hij is, dus als jullie mijn niet helemaal begrijpen, wil ik graag een uitgebreidere, misschien wel duidelijkere uitleg geven! :eusa_whistle:
Bij voorbaat dank,
Niek
Het punt is (pun intended) dat 1 van de axioma's stelt dat ruimtetijd beschreven kan worden met een manifold. Een manifold is een continue structuur. Echter, een singulariteit is juist een niet-continue iets, en dat punt hoort dus formeel ook niet tot je manifold. Daar gaat het axioma van de theorie niet meer op, en dus is de theorie niet meer geldig. Een voorbeeld is een kegel; een kegel is een vlakke manifold, maar de top is een singulariteit.
Of dat een zwakte van de theorie is? Ja, ik denk het wel. Het uiteindelijke probleem ligt denk ik bij het feit dat zwaartekracht altijd aantrekkend is, en dat voorbij een bepaalde massa er volgens de theorie niks meer is wat instorting voorkomt. Hierdoor kom je voorbij een bepaalde lengteschaal waarbij je weet dat je theorie niet meer betrouwbaar is.
De zin "de kromming wordt oneindig in een singulariteit x_0" betekent formeel dat de kromming divergeert. Die kromming kun je in het geval van de ART met de scalairen beschrijven die je uit de Riemann tensor construeert; een voorbeeld is de Kretschmann (oid) scalar,
\(R^{\mu\nu\rho\sigma}R_{\mu\nu\rho\sigma}\)
Je zou naief denken dat de Ricci scalar ook voldoet, maar die is voor bepaalde oplossingen, zoals de Schwarzschildoplossing, 0. Het scalaire karakter betekent dat de singulariteit niet een gevolg is van een slechte keuze van je coordinaten, zoals je krijgt als je bv de Schwarzschildoplossing in bolcoordinaten bekijkt op de waarnemershorizon. Een fysische singulariteit kun je dan formeel beschrijven door te zeggen dat de limiet
\(\lim_{x \rightarrow x_0}R^{\mu\nu\rho\sigma}R_{\mu\nu\rho\sigma}(x)\)
niet bestaat.