sciencetalk

Stel dat er in normale omstandigheden door een buis een vloeistof stroomt aan 0.12m/s. Indien door een vernauwing de doorsnede van de buis tot 1-5 van de oorspron,kilijke verkleint. Wat is dan de snelheid??

Mijn redenering klopt volgens mijn boek niet.

Ik redeneerde

A1v1=A2v2

r² *0.12=(1/5)² *v2

v2=3m/s

Maar het antwoord moet 0.6 m/s zijn

Je verwart doorsnede met diameter.

Of je met de straal of de diameter werkt: het wordt 1/5 en de rest schrap je toch weg. Zoals daar geformuleerd heb je gelijk en is het antwoord 3m/s. Waarschijnlijk bedoelen ze in het boek het doorstroomoppervlak i.p.v. diameter. Dan is het antwoord 0,6m/s.

Inderdaad, doorsnede is een oppervlakte. Die wordt 5 keer zo klein, dus de snelheid 5 keer zo groot.

Moeilijker moet dat niet zijn.

De verwarring van doorsnee hebben we al eerder gehad: http://sciencetalk.nl/forum/invision/in...showtopic=12356

Je moet je wel realiseren dat in de vernauwing de drukenergie van het water gedeeltelijk is omgezet in kinetische energie. Dat herstelt zich wel weer na die vernauwing.

Maar, door die drukverlaging in de vernauwing kunnen daar ter plaatse luchtbellen vrij komen uit het water. Dan krijg je plaatselijk een twee fasen

stroming en die is een stuk ingewikkelder dan gewone stroming. H.Zeilmaker