1 van 1

Zuurstofisotopen in speleothermen

Geplaatst: vr 26 nov 2010, 17:41
door renee.dbr
Weet iemand misschien waarom de zuurstofisotopen van een ijskern en van een speleothem een omgekeerde trend laten zien? Tijdens een koude periode geldt dat de luchtbellen in de GRIP ijskern een relatief lage d18O hebben, terwijl in een speleothem uit de Yamen Cave d18O waarden juist hoog zijn.

Mijn beredenering voor de speleothem was alsvolgt:

'During warmer periods, evaporation is less selective (less Rayleigh fractionation is taking place) and thus higher δ18O values are present in precipitation and consequently in ground water and cave deposits. During cold periods, more fractionation leads to lower δ18O.'

Ik weet dat dit klopt voor GRIP, maar waarom niet voor de speleothem? Ik ben er al een hele tijd naar aan het staren maar ik kom er niet uit.

Re: Zuurstofisotopen in speleothermen

Geplaatst: wo 01 dec 2010, 19:17
door Kalkoen
Is dat iets dat je consequent terugvindt die omgekeerde trend?

Voor de ijskap is het inderdaad zo: koude periode, zeewater rijkt aan, het verdampte water dat regent fractioneerd en is rijker aan O16 en dan meet men een lage dO18.

Voor speleothemen heb ik vooral onthouden dat er eigenlijk geen echt propere lijn te trekken is tussen de ijskernentrend, bv. omdat de CaCO2 van de grotten door oplossing vermengen met eerdere zuurstofatomen. De speleotheem heeft dus niet alleen atmosferisch, maar ook zuurstof van de gesteenten in zich.