sciencetalk

Hallo,

Het dimensioneren van kabels heb ik altijd al iets moeilijks gevonden. Stel bijvoobeeld dat ik op laagspanning een stroom van 529A moet voeren (driefasig systeem). Ik heb gebruik gemaakt van een handboek van ABB. Ik heb uit de tabellen daar gehaald dat 3 kabels van 240 mm² met PVC isolatie voldoen. Hierbij ga ik ervan uit dat ik 3 kabels naast elkaar leg in een geperforeerde kabelgoot. Lijkt de sectie realistisch? De tabel volgt de norm DIN VDE 0276-603. Het probleem is dat de impedantie van de kabel niet in die tabel staat. Hoe kan ik dan de spanningsval over de geleider bepalen? Of is dit iets wat impliciet in de norm zit? Iets in de aard van dat de norm zegt dat deze sectie een spanningsval van x%/km geeft of zoiets? Ik heb alleszins geen informatie van die aard gevonden als ik de norm ingeef op google.

Alvast bedankt

Ik denk dat ik het weet ondertussen. Omdat enkel de ohmse weerstand verantwoordelijk is voor de spanningsval kan ik gewoon de wet van Pouillet gebruiken. De stroom haal ik uit het schijnbaar vermogen en de spanning.
Klopt dit? Het lijkt me vanzelfsprekend, maar je weet nooit

Het enige wat er in de norm staat is de maximale lengte die een kabel mag hebben, waarbij afschakeling plaats vind binnen 5 seconde. Bij 240 kwadraat is dat 199 meter als je afzekert op 500 A en 147 meter bij afzekering van 630 A, uitgaande van gG patronen. (Tabel A53-1).

Als ik naar je kabels en stroom kijk, en ik ga erdan van uit dat je met 3 kabels bedoeld dat je drie enkeladerige kabels bedoeld, mag dit alleen als de afstand tussen de kabels groter is dan de uitwendig middellijn (tabel A52-11 kolom G, Imax = 615 Ampere). Strak tegen elkaar kom je op 507A max en in een bundel kom je op 485A max.

Uiteraard zul je ook nog een aarde van minstens de helft van je diameter (120 kwadraat dus) en optioneel nog een nul van ook minimaal de helft van je diameter mee moeten trekken.

Je berekening voor je weerstand klopt niet, hoe langer de kabel, hoe groter de weerstand, hoe groter de oppervlakte, hoe kleiner de weerstand, dat zie ik niet terug in je formule. Ik ken de berekening niet uit mijn hoofd, maar google helpt je wel verder.

Hier een samenvatting die ik enkele jaren terug heb gemaakt, ik hoop dat je er iets aan hebt.

De formules zijn ietwat aangepast tov. degene die toen in het handboek stonden (opgelet met lengtes!) maar de eenheden staan duidelijk vermeld in mijn samenvatting, als je alles correct invult zou het moeten kloppen.

In de wet van Pouillet moeten inderdaad A en L op de juiste plaats staan.

wijziging: lengte van de kabel = zoals de kabel afgerold ligt, of het nu een 1- of 16-aderige kabel is speelt geen rol.

Bedankt voor de antwoorden. Ik heb inderdaad een typfout gemaakt toen ik de wet van Pouillet neerschreef. Uiteraard moet die breuk omgekeerd worden.

En bedankt voor die samenvatting! Het probleem is echter dat ik de inductantie van mijn kabels niet ken, ze staan immers niet vermeld in het boek van ABB. Maak ik een grote fout als ik mijn methode toepas of kan het gezien worden als een goede benadering?

De inductantie veroorzaakt een spanningsval die 90 graden voorijlt op je stroom. De invloed hiervan zal veel minder zijn dan de spanningsval die wordt veroorzaakt door je weerstand. Er uiteraard van uitgaande dat de hoek tussen je stroom en je spanning niet meer dan 45 graden is.