sciencetalk

hallo,

ik ben scholier, en we zijn bezig met krachten en ik snap een opdracht niet! de opdracht gaat als volgt:

"de windkracht kan worden gemeten door wind tegen een plank te laten blazen die is opgehangen aan een koord.

de plank heeft een massa van 200 gram."



a. teken de krachten die op de plank werken op schaal, dus door constructie alle krachten in Z tekenen!

b. bereken de zwaartekracht op de plank

c. bepaal de grootte van de overige krachten

d. bereken de grootte van de krachten

zouden jullie mij kunnen helpen

alvast bedankt!

We kunnen je wel van de antwoorden voorzien, maar wat heb je zelf al en waar kom je precies niet uit?

Ik denk dat ik er met de antwoorden zelf wel uitkom, ik heb gewoon een duidelijk voorbeeld nodig.

Alvast bedankt!

Dat is helaas niet hoe wij hier te werk gaan, zie hiervoor tevens de bijsluiter.

Laat zien of leg uit wat je zelf al geprobeerd hebt en geef nauwkeurig aan waar je vast komt te zitten.

[...]

We zijn geen huiswerkmachine

Je kun vast wel twee krachten bedenken. Een derde, minder opvallende is de spankracht van je koord.

teken die eens als vectoren in die figuur.

Daarna wordt het een kwestie van knobbelen om die drie krachten in evenwicht te krijgen. Om kunnen gaan met krachten samenstellen en ontbinden is dan wel een vereiste.

[microcursus] krachten samenstellen en ontbinden (vectoren)

Even een mogelijke basishulp:

Windkracht wordt uitgedrukt in een stuwdruk in kN/m² en officieel altijd horizontaal gericht,ondanks de draaibewegingingen die ze op grote schaal wel maken.

Een krachtige wind wordt aangeduid met 5-6 Beaufort en heeft een stuwdruk van 0.154 kN/m²;

ook zou je wetenschappelijk er de versnelling van de aantrekkingskracht van de aarde bij moeten rekenen (9.81 m/sec² ,maar dat zul je wel in je opgaaf zien.