sciencetalk

Goedenavond,

Ik heb een vraag, ik zoek al een tijdje naar theoretische uitleg over het 2de orde effect!

Helaas kan ik hier niets over vinden.

Zou iemand hier mij dit kunnen uitleggen (aan de hand van vb(en))

Of een site waar het evt wel op staat.

Mvg,

CbouwStudent

CBouwStudent schreef:Goedenavond,

Ik heb een vraag, ik zoek al een tijdje naar theoretische uitleg over het 2de orde effect!

Helaas kan ik hier niets over vinden.

Zou iemand hier mij dit kunnen uitleggen (aan de hand van vb(en))

Of een site waar het evt wel op staat.

Mvg,

CbouwStudent

Ik vermoed dat hierover iets in de Eurocode staat (wanneer toe te passen en wanneer niet).

In bepaalde cursussen wordt hierover ook verder in detail gegaan.

Om een kort voorbeeldje te geven:

Een toren met een zwaar gewicht bovenaan.

Wanneer de toren perfect vertikaal staat wordt hij centrisch belast met dit gewicht.

Bij wind gaat de toren wat scheef staan en wordt hij excentrisch belast door dit gewicht. Bij normale gevallen wordt hier geen rekening mee gehouden. Bij een tweede orde berekening wordt hiermee rekening gehouden en wordt de scheven toren met excentrische last gerekend.

Er bestaan in de Eurocode 2 ( eerder NEN 6770) vier rekenmodellen (A,B,C,D)en die jij wrs. bedoelt is de methode C en D:

C= 2e orde elast.:Geometr Niet Lineair,Fys.Lineair ( GNL en FL) (Hier wordt het evenwicht geformuleerd in de vervormde toestand,.houdt allemaal verband met verplaatsing van een knooppunt

en

D= 2e orde elast.plastisch: Geometr. en Fysisch niet-lineair (GNL + FNL),gevolgen van vloeien worden ook medeberekend.

Algemeen:De elementaire bezwijkbelasting wordt gereduceerd als gevolg van de 2e orde-effecten.

Voor op buiging belaste liggers en geschoorde raamwerken is een 1e orde berekening voldoende ( A: 1e orde elast:Geometr. en Fys.Lineair (GL + FL)

Dan rest nog B: 1e orde plastisch:Geom.Niet Lin.,Fys.Lin.(GNL+FL)

In leerboeken wordt het hele verhaal uitvoerig behandeld (oa.Staal van Staalbouwkundig Genootschap (Den Haag) met formules en diagrammen en vb. bij geschoorde en ongeschoorde raamwerken.

Aanvulling/correctie:

Er bestaan in de Eurocode 3 ( eerder NEN 6770-staalconstr.art.10.2.2 ev. met 10 blz. uitleg) vier rekenmodellen (A,B,C,D)en die jij wrs. bedoelt is de methode C en D:

De gevraagde theor.uitleg over een 2e orde-effect is -snel gezien- niet te vinden in de voorschriften en ook niet in leerboeken,die ik bekeek.

2e orde-effecten (dus gevolgen) kun je in feite pas ontdekken bij een uitgevoerde constructie,bijv. gevolgen van een niet ontdekte foute berekening,fout gebruikt materiaal,overbelastingen van vloeren en daken (sneeuw oa.),verzakkingen door onbekende slechte aardlagen,extreme storm,botsingen,ontploffingen en andere exreme zaken,waar men normaliter een constructie niet op berekend.

1e orde effecten zijn de verwachte effecten onder normale belastingen en de hierdoor optredende vervormingen-doorbuigingen,ed- en diverse spanningen.

Verwacht je zulke zaken,dan kun je behoudens de berekeningen via de elasticiteitsleer (mogelijk plast.leer) hogere veiligheidsnormen dan de gebruikelijhe in de bouw van 1.2-1.5 toepassen.

In de gewone voorschriften (NEN en Euroc.3)wordt al wel een scheefstands-berekening vereist van een raamwerk en zijn er extra veiligheden ingebouwd in ongeschoorde objecten.Ook kunnen tgv. botsingen tegen kolommen kNm-waarden worden ingevoerd.

Ik gaf enkel een kort voorbeeldje van wat een tweede-orde effect kan zijn (zonder in detail te treden).

Zoals door zara uitgelegd is het geen simpele theorie dit je zomaar even vlug met de hand uitrekend.