Abul Fadl schreef:Hey allemaal,
Ik vroeg me af hoe de waarde van de huizen worden berekend i.v.m. perioden waarin de prijzen stijgen dan wel dalen. Ik kan mij slechts vraag- en aanbod en hoedanigheid van de hypotheken voorstellen. Weet er iemand meer hierover en andere factoren die de prijzen in de huizenmarkt beïnvloeden? En met welke factoren rekening wordt gehouden in de berekening ervan?
Bij voorbaat bedankt.
De waarde wordt niet berekend. Het is vraag en aanbod die de marktprijs bepaalt. Als iedereen wil kopen dan stijgen de prijzen. Als iedereen wil verkopen dan dalen de prijzen.
De hoogte van de rentevoet is ook een belangrijke factor. Mensen trachten een 'maximaal' huis te bekomen. Bij een lage rentevoet kunnen ze meer geld gaan lenen. Daardoor komt dat gezin ook in aanmerking voor een duurder huis. Waardoor de vraag hoger wordt en de prijzen ook.
Eveneens merkwaardig is dat de waarde van het huis op zich relatief constant is. Het is vooral de prijs van de grond die sterk kan variëren. Dat is logisch. Voor het bouwen van een huis is er een marktconforme concurrentie zodat al te grote prijsstijgingen afgeblokt worden. De overheid speelt hierbij wel een vernietigende rol. Doordat slechts een fractie van alle gronden mogen bebouwd worden creëer je een schaarste. En schaarste betekend hogere prijzen. Kijk maar even naar Wallonië waar er meer aanbod is. De prijzen zijn dan voor grond ook meer dan de helft dan in Vlaanderen. De kostprijs van het huis zelf is zo goed als gelijklopend. De overheid vond het ook bijzonder verstandig om de bouwwetgeving bijzonder complex en restrictief te maken. Dit verstrekt nog de schaarste van de grond door zijn gebruiktsbeperkingen. Weerom een factor die de prijs van grond excessief laat stijgen.
Regels die belastingen opleggen als je uw huis verkoopt binnen de vijf jaar of uw grond binnen de acht jaar werken de schaarste in de hand. Vele potentiële verkopers zullen liever nog enkele jaartjes wachten om de belasting te ontwijken. Hierdoor is er minder aanbod en dus hogere prijzen.
Kortom:
- vraag en aanbod
- de rentestand vooral voor grondprijzen
- extra schaarste door overheidsbemoeienis