sciencetalk

Hallo,

Ik zit in 6 vwo en heb 'Polsstokhoogspringen' als onderwerp gekozen voor mijn profielwerkstuk. Op een polsstok staat een zogenaamd flexgetal. Dit getal wordt gemeten door een polsstok tussen 2 verhogingen te leggen en in het midden er een gewicht van 50lbs (22,68 kg) gehangen. de uitwijking in cm die de stok dan heeft is de flex. Nu kun je dit dus zien als een veersysteem, dus: u=(m*g)/C. Maar als je dit gaat meten blijkt dit niet te kloppen. Omdat een polsstok een holle buis is van flexibel materiaal (glasfiber) vervormd de stok wanneer deze gebogen wordt. Ik zat dus te denken aan een traagheidsmoment, maar omdat ik bij natuurkunde hier nog niets over heb gehad en ik de dingen die ik op internet heb bekeken nogal vaag vind zou ik willen vragen of er hier iemand is die me wat meer uitleg kan geven over het traagheidsmoment. Ik kan op deze manier dan zien of ik wel in de goede richting aan het denken ban.

alvast bedankt,

milan

Nu kun je dit dus zien als een veersysteem,

inderdaad

dus: u=(m*g)/C. Maar als je dit gaat meten blijkt dit niet te kloppen.

het is en blijft een veersysteem, alleen jij veronderstelt (door je "dus ...." ) maar ineens dat alle veersystemen lineair zijn, dwz voor een 2 x zo grote uitrekking een 2 x zo grote kracht vereisen.

Een spiraalveer is binnen zekere grenzen lineair, en dan ook alleen nog maar als je hem in lengterichting belast (bijv door er een gewichtje aan te hangen, bekend 3e klas schoolproefje). Maar vele veersystemen zijn dat nadrukkelijk NIET. Dat wordt al duidelijk als je die spiraalveer horizontaal ophangt tussen twee vaste statieven, en er dan een gewichtje middenin aan hangt.