sciencetalk

hallo,

ik snap het theorema van thevenin niet zo goed. Is mijn antwoord juist op de volgende oefening?

Een spanningsdeler bestaat uit 2 weerstanden: R1 & R2.

R1 = 22kΩ

R2 = 4.7kΩ

De aangelegde spanning bedraagt 24V.

De uitgangsspanning wordt afgetakt over de weerstand R2.

hoe groot is de openklemspanning?

antw:

(4.7/26.7)*24 = 4,22

4,22 V

Is mijn antwoord juist op de volgende oefening?

Je antwoord klopt.

bedankt

Herken je in 24/26.7k ook de stroom door de weerstanden?

I_l = V_s/(R_s+R_L)

uitgansweerstand = 4,22 / I_l

Om de uitgangsweerstand te berekenen moet je de kortsluitstroom berekenen.

klopt mijn formule dan niet van hoe ik I_l bereken? dit is toch de kortsluitstroom of niet

Bij de kortsluitstroom sluit je de uitgang kort. Ofwel je sluit weerstand R2 kort.

ok nu snap ik het niet meer. kan je iets meer gedetailleerder zijn?

De openklemspanning is de spanning die op de klemmen staat (= hier de spanning over R2) als er niks tussen de klemmen zit. De kortsluitstroom is de stroom die door de klemmen stroomt als je de klemmen met elkaar verbindt. Het gaat hier dus om twee verschillende situaties. De stroom die door de weerstanden loopt als de klemmen open zijn, is niet de kortsluitstroom (en de reden dat ik eerder naar die stroom verwees was om je te laten beseffen dat je eigenlijk twee keer de wet van Ohm aan het toepassen was bij het bepalen van de openklemspanning).

dus dan is de kortsluitstroom 24V / R1?

Klopt.