sciencetalk

gevraagd moment in A. Er zijn 4(3 bij de inklemming en 1 in de roloplegging) onbekenden, de oncstructie geeft drie evenwichtsvergelijkingen. dus de constructie is 1-voudig statisch onbepaald. we hebben dus 1 vormveranderingsvoorwaarde nodig.

als we de cosntructie in de hoek rechtsboven openmaken krijgen we daar een moment(M1). de hoekverdraaing moet voor beiden kanten hetzelfde zijn.

PhiLinks=phiRechts

de hoekverdraaing links -M1L/3EI=90*1.8/3*26x10^3. de 90 komt van de 50x1.8.

rechts zit ook dat moment.maar doen nu ook het moment in de inklemming mee en de kracht van de oplegging Ch.

phiRechts= M1L/3Ei + Minklemming*L/6EI + ONBEKEND

L is hier 2.7

hoe verwerk ik de kracht in de oplegging in het vergeetmenietje, je kan de kracht niet verplaatsen.

het antwoord is Minklemming =45KNm

Ik heb op een andere manier 45 KNm gekregen maar weet neit of dit goed is.

-We weten dat het moment in de hoek rechtsboven 90 KNm is.

-als we een constructie schijden tpv de oplegging(we beschouwen elk onderdeel nu als een liggertjes op 2 steunpunten) dan is het moment daartussen ook 90 KNm-We kijken naar het onderste onderdeel (de staaf tussen de inklemming en de oplegging). de inklemming is te beschouwen als een oplegging nu.

-we kunnen zeggen dat de hoekverdraaing in A (inklemming) 0 moet zijn. dus phiA=0

dus voor tov A moet de hoekverdraaing 0 zijn.

MaL MbL

--- + ----- = 0

3EI 6EI

2MaL MbL

--- + ----- = 0 dit geeft 2Ma=Mb en we weten dat Mb 90Knm is dus moet Ma=45 Knm

6EI 6EI

Laat het stuk tussen B en C weg en plaats een moment in punt B. Dat moment is gelijk aan F.b

Inklemmingsmoment is dan eenvoudig te bepalen ...