1 van 1
Wanneer wordt oneerlijk handelen strafbaar?
Geplaatst: za 21 jan 2012, 12:00
door dagwaarde
Een ondernemer C die ik bij sta (ik ben geen jurist) probeert te snappen waarom een partij A die zijn recht op uitkering tracht te beperken op basis van aantoonbaar gelogen beweringen, valse informatie en ongeldige overeenkomsten niet strafbaar bezig is. Deze partij A dwingt hem om tegen zulke hoge kosten zijn recht te halen, dat hij er niets aan zal hebben.
Het blijkt nu dat deze partij A voortdurend valse informatie verstrekt om anderen, lotgenoten van deze ondernemer, te doen afzien van hun recht op uitkering.
Uiteraard is het allemaal erg onrechtmatig en civiel-rechtelijk eenvoudig (doch zeer kostbaar) in orde te brengen. Maar wanneer wordt het strafbaar om keer op keer anderen met valse informatie te doen afzien van hun rechten, waarmee de gelden die daarmee samenhangen aan die partij A toevallen?
Avocaten en anderen 'in het veld' komen werkelijk niet verder dan: "het is civiel".
De vraag: maar waarom dan? En wanneer dan wel strafbaar? wordt niet beantwoord.
Re: Wanneer wordt oneerlijk handelen strafbaar?
Geplaatst: ma 23 jan 2012, 02:03
door dagwaarde
Op verzoek van ondernemer C plaats ik ook een uitgebreide versie van het verhaal.
Brandschade taxeren
Expert N van Partij A (NvA) gaat met een medewerker SvT van Contra-Expert T aan de slag om een brandschade van ondernemer C te taxeren. SvT komt uit op 35.000 euro. Hij legt deze zonder het afgesproken overleg met ondernemer C voor aan NvA.
NvA en SvT worden het onverwacht eens op 20.000 euro en bieden ondernemer C aan dit te bekrachtigen met een Rapport van Schatting.
Het bedrag is, naast wat rekenfouten, met name veel lager omdat men besluit geen omzetschade te vergoeden. NvA geeft aan dat hij door de aanwezigheid van kaarswalm dit bedrag nog wil halveren; volgens hem ziet de zaak daarom zo zwart. Tenslotte laat hij weten mogelijk niets uit te keren als ondernemer C niet kan aantonen dat hij gecertificeerd is voor veilige elektra op basis van de NEN1010-norm.
Geen NEN1010-certificaat = geen uitkering
SvT en zijn directeur LvT worden door ondernemer C op het matje geroepen over deze schatting, maar ze weigeren inhoudelijke toelichting of uitleg te geven. Ze dringen er alleen sterk op aan het rapport te accepteren, omdat NvA anders beslist niet zal uitkeren wegens ontbreken van NEN1010-certificering. Nu tekenen, anders krijg je niets en Nu tekenen; verzet is zinloos zijn uitspraken in bijzijn van getuigen worden gedaan. Het aantonen van geen causaal verband tussen de brand en het ontbreken van de norm zou kansloos zijn.
Ondernemer C voldoet inderdaad niet aan de NEN1010-norm en dat is zelfs direct te zien voor wie de zaak even rondkijkt. Ondernemer C verbaast zich zo over het feit dat NvA hem niet direct na de brand al had afgeschoten wegens de NEN1010, dat hij vermoedt dat er meer achter schuilt. Waarom alleen dreigen met zon voor de hand liggende eis als veilige elektra, als je er een schadezaak in 5 minuten mee kan afdoen?
Niemand voldoet aan NEN1010
Ondernemer C stuurt Contra-Expert T weg wegens wanprestatie en tekent het rapport niet. Hij neemt een nieuwe Contra-Expert HvK in de arm. HvK bevestigt meteen dat hij terecht doorhad dat er iets niet klopte.
Omzetschade helemaal niet vergoeden na brand is onredelijk.
Kaarswalm bepaalt mede de dagwaarde van de zaak, maar dagwaardefactoren mogen helemaal niet betrokken worden bij brandschade. Het gaat dan alleen om herstelkosten naar nieuwstaat.
Uit onderzoek in 2008 blijkt dat 100% van de kleine ondernemers en met name horecazaken niet aan de NEN1010-norm (kunnen) voldoen. Daarnaast stelt Partij A de voorwaarden zo, dat er geen preventieve werking van uitgaat. In juli 2011 heeft een rechter mede om die reden de NEN1010 van tafel geschoven als redelijke voorwaarde bij brand (in een horecazaak).
Mondelinge overeenkomst rechtsgeldig?
HvK meldt zich bij NvA, maar deze weigert de procedure voort te zetten.
Er zou een mondelinge rechtsgeldige overeenkomst zijn gesloten tussen NvA en SvT die ook bindend zou zijn voor ondernemer C.
Dit is een wat vreemde stellingname van NvA, want:
1) Hij begint hier pas over als blijkt dat ondernemer C niet akkoord gaat; daarvoor wachtte hij op akkoord.
2) SvT laat via directeur LvT weten te hebben aangegeven dat hij heeft gezegd eerst met ondernemer C te moeten overleggen.
3) SvT had geen toestemming van ondernemer C om zonder voorafgaand overleg tot een overeenkomst te komen.
4) SvT is helemaal niet tekenbevoegd voor Rapporten van Schatting; die worden getekend door LvT.
5) LvT geeft aan dat experts met elkaar moet kunnen praten zonder dat de één de ander opeens vastpint op een mondelinge overeenkomst; er zou een onwerkbare situatie ontstaan.
De klachtenbehandelaar
Ondernemer C dient een klacht in over het stoppen van de procedure en het schenden van de gedragscode van Partij A.
Klachtenbehandelaar D van Partij A (DvA) kondigt aan bij ondernemer C langs te komen om het voor de verzekerde in orde te maken. Op het laatste moment geeft DvA aan een advocaat AvA mee te nemen.
Het gesprek valt erg tegen. DvA en AvA bevestigen aldoor te komen voor het aangekondigde onderwerp, maar trachten steeds ondernemer C voor hem ongunstige uitspraken te ontlokken. De advocaat van ondernemer C zit op 1 minuut lopen afstand, maar als wordt aangegeven dat het onderwerp van gesprek kennelijk veranderd en het gesprek beter bij de advocaat op kantoor kan worden voortgezet, krabbelen DvA en AvA meteen terug en bevestigen dat het voor ondernemer C in orde moet komen. Om vervolgens weer verder te gaan met intimiderende vragen, laatdunkende uitspraken en strikvragen.
Uiteindelijk wil men akkoord gaan met de procedure te vervolgen als voldaan wordt aan zeer onredelijke voorwaarden, zoals een verklaring van SvT regelen dat er geen overeenkomst zou zijn, terwijl die met wanprestatie is weggestuurd.
Mogelijk tot verrassing van DvA wordt aan alle voorwaarden, ook de onredelijke, binnen 24 uur voldaan en verzoekt ondernemer C Partij A de reguliere procedure weer te hervatten.
Aanbod 10.000 euro
DvA heeft ook een verrassing: hij biedt aan de zaak te schikken voor 10.000 euro, tegen finale kwijting, met als reden: ter voorkoming van verdere kosten.
De mondelinge overeenkomst tussen NvA en SvT zou volgens DvA rechtsgeldig zijn en bovendien onlangs nog eens telefonisch bevestigd door SvT. Partij A was er echter niet in geslaagd dit tweede opmerkelijke gesprek met SvT vast te leggen in een schriftelijke bevestiging of e-mailwisseling.
DvA stelt de schade dus op 20.000 euro, past een dagwaardefactor van 50% toe én noemt de NEN1010-voorwaarden wel, maar gebruikt deze niet. Indien ondernemer C niet akkoord zou gaan, zal DvA meer kosten gaan maken om vast te stellen dat niet aan de NEN1010-norm voldaan wordt. Vreemd, dat weet hij namelijk al.
Ondernemer C wil eigenlijk meteen niet akkoord gaan, vanwege:
1) de mondelinge overeenkomst waarop alles gebaseerd is bestaat niet, of is anders niet rechtsgeldig;
2) dagwaarde komt vaak voor als factor bij schadeuitkeringen, maar inmiddels weet ondernemer C dat dit helemaal niet mag in geval van brandschade;
3) de NEN1010 wordt opnieuw alleen als drukmiddel ingezet om met het aanbod akkoord te gaan, terwijl Partij A alle informatie al heeft om niets uit te keren.
Roet door brand in een verdeeldoos
Ondernemer C voelt echter enorme druk wel akkoord te gaan. Advocaat AvA heeft expliciet gedreigd met zeer kostbare juridische procedures als ondernemer C niet zou meewerken; ondernemer C kan zich dergelijke procedures niet veroorloven en bovendien zouden de kosten alle alsnog ontvangen uitkering teniet doen.
Ondernemer C besluit DvA eerst op een discrepantie te wijzen tussen in zijn aanbod en het Rapport van Schatting, dat reeds ondertekend is door Partij A. Beide komen voort uit hetzelfde mondelinge gesprek. Het Rapport spreekt van roetschade als gevolg van brand in een verdeeldoos. DvA haalt daar nog eens 50% vanaf ivm dagwaarde. Volgens het rapport moet die korting al zijn toegepast, aangezien de roetschade daar expliciet in verband staat met de brand in de verdeeldoos, en niet nog iets anders.
DvA laat echter weten dat in het mondelinge gesprek van SvT deze óók heeft bevestigd dat het om de totale schade zou gaan en dat de korting er nog vanaf moet.
Procedure alleen eenzijdig doorlopen
DvA trekt het aanbod weer in terwijl ondernemer C er nog over nadenkt en geeft aan een specialist langs te sturen om onderzoek in de zaak te doen. Ondernemer C geeft aan in dat geval ook weer de contra-expert HvK erbij te willen betrekken. DvA laat vervolgens niets meer van zich horen en onderneemt geen enkele actie meer.
Tweemaal een bod aan Partij A
Wanpresterende Contra-Expert T is vanwege het gedoe over de mondelinge overeenkomst met medewerker SvT steeds bij de zaak betrokken en is het helemaal zat.
Directeur LvT gaat met Partij A op hoog niveau praten om aan te geven dat Partij A moet stoppen met deze praktijken. LvT meent dat Partij A akkoord moet gaan met 20.000 euro uitkering op basis van het Rapport van Schatting. LvT neemt een aanbod van ondernemer C mee naar Partij A, waarin eveneens wordt uitgegaan van dat rapport, maar waarbij 2 grote rekenfouten worden gecorrigeerd en de betaling van ingehuurde specialisten door ondernemer C expliciet geregeld wordt en de NEN1010 van tafel gaat.
Voorspelling van een kenner: Partij A laat ondernemer C gewoon stikken
De eigenaar van Contra-Expert T bemoeit zich er ook mee en deelt mede dat het nogal gebruikelijk is dat Partij A bij een lastige klant als ondernemer C besluit helemaal niets meer te doen en zo ondernemer C te dwingen ten koste van grote verliezen zijn recht te halen.
Enig onderzoek wijst uit dat Partij A inderdaad meer als regel dan bij uitzondering met name kleine ondernemers dwingt om via kostbare juridische procedures hun uitkering te laten verkrijgen.
Partij laat inmiddels niets meer horen en dwingt ondernemer C middels een juridische procedure zijn recht te halen.
Ondernemer C snapt het niet meer
Onschuldig totdat het tegendeel bewezen is een groot goed is in een rechtsstaat. Het is logisch dat er genoeg partijen die met opzet een ander wederrechtelijk weten te benadelen en daar mee wegkomen omdat geen strafbare kwade opzet aan hun handelen te zien is.
In geval van ondernemer C heb ik de indruk dat Partij A niet eens moeite doet om te verhullen dat zij zijn recht op uitkering onrechtmatig trachten te beperken en trachten hem onder druk te zetten om daar zelf mee akkoord te gaan.
Afgezien van een bekentenis van Partij A (en er is waarschijnlijk zelfs een oud-collega van DvA en NvA te vinden die kan aangeven dat het om kwade opzet en beleid gaat), wanneer wordt Partij A nu strafbaar?
Kan dat al binnen de casus van ondernemer C het geval zijn?
Of blijkt de kwade opzet pas als er tientallen vergelijkbare gevallen blijken te bestaan van onrechtmatige dagwaardefactor en ongeldige NEN1010-voorwaarden.
Wanneer verandert bangmakerij met NEN1010 in zoiets als afpersen? Afpersen met (dreigen met) geweld is afdreigen, dus wat is dan de grens?
Hoe vaak mag Partij A een dagwaardefactor toepassen in een schikking, die met NEN1010 als drukmiddel wordt aangeboden, voordat er sprake is van zoiets als oplichting of verduistering van rechten?
Opzet is lastig aan te tonen, maar volgens mij komt ondernemer C een heel eind met aan te tonen dat er ten minste een vermoeden van kwade opzet is. Wanneer is dat vermoeden voldoende groot voor politie en justitie om zelf een onderzoek in te stellen om te bepalen of er sprake is van opzet?
Re: Wanneer wordt oneerlijk handelen strafbaar?
Geplaatst: wo 25 jan 2012, 09:56
door E.Desart
dagwaarde schreef:Wanneer verandert bangmakerij met NEN1010 in zoiets als afpersen? Afpersen met (dreigen met) geweld is afdreigen, dus wat is dan de grens?
Hoe vaak mag Partij A een dagwaardefactor toepassen in een schikking, die met NEN1010 als drukmiddel wordt aangeboden, voordat er sprake is van zoiets als oplichting of verduistering van rechten?
Opzet is lastig aan te tonen, maar volgens mij komt ondernemer C een heel eind met aan te tonen dat er ten minste een vermoeden van kwade opzet is. Wanneer is dat vermoeden voldoende groot voor politie en justitie om zelf een onderzoek in te stellen om te bepalen of er sprake is van opzet?
Dit gaat veel verder dan mijn kennis ter zake, en zoiets beoordelen vraagt echt grondig/tijdrovend onderzoek, en liefst de standpunten van beide partijen. maar nieuwsgierigheid deed mij die "Norm" even opsporen.
Dit staat hier inzake de wettelijke status:
http://nl.wikipedia.org/wiki/NEN_1010
De NEN 1010 is op zich dus niet verplicht. Het ministerie van VROM verklaart dit ook expliciet. Het is echter wel verplicht aan te tonen dat met eventuele "eigen" oplossingen dezelfde veiligheid wordt bereikt.
Dus niemand kan niemand chanteren met iets dat niet verplicht is indien je kan aantonen dat je veiligheid in orde is/was.
Re: Wanneer wordt oneerlijk handelen strafbaar?
Geplaatst: wo 25 jan 2012, 13:03
door E.Desart
Ik denk vooral interessant voor Ger en eventueel anderen (ook hier in dit topic).
Een relatief lange tijd was er een uitgebreide discussie in het forum (gestart door Ger als ik mij dit juist herinner) over de gratische beschikbaarheid van normen, gerelateerd aan het feit dat wetten in wezen vrij beschikbaar moeten zijn.
Dit is een discussiepunt van véééééle jaren, zelfs internationaal.
Een Nederlands bedrijf trok dit voor de rechter.
Toevallig in de Wiki pagina over de hier gerefereerde norm staat hier een samenvatting over:
http://nl.wikipedia.org/wiki/NEN_1010
De NEN 1010 norm kan tegen betaling worden verkregen bij het Nederlands Normalisatie Instituut.
Er speelde een rechtszaak tussen de stichting Nederlands Normalisatie-instituut, de Staat der Nederlanden en Knooble B.V. over het vraagstuk of deze en ook andere NEN-normen niet gratis ter beschikking dienen te worden gesteld omdat ze een wettelijk verplicht karakter zouden hebben en dientengevolge vrij voor iedereen beschikbaar zouden behoren te zijn.
Op 31 december 2008 heeft de rechtbank (in eerste aanleg) een uitspraak gedaan in dit geschil waarbij de rechter heeft aangegeven dat de NEN-normen (vooralsnog) niet als algemeen verbindend kunnen worden beschouwd omdat ze niet vrijelijk beschikbaar en gepubliceerd zijn.[3]
In 2009 liep een hoger beroep in deze zaak. De rechter heeft een uitspraak gedaan in de NEN-zaak in het voordeel van Knooble. Uit het vonnis blijkt dat de Haagse rechtbank met Knooble van mening is dat NEN-normen waarnaar verwezen wordt in het Bouwbesluit niet verbindend zijn omdat ze niet volgens de Bekendmakingswet zijn gepubliceerd.
Dit lijkt mij een zeer belangrijke uitspraak die als jurisprudentie veel verder kan reiken dan deze éne specifieke norm.
In wezen zegt die rechter dat normen via het Staatsblad (of welk ook de wettelijke procedure is) moeten gepubliceerd zijn, of dat ze geen wettelijk karakter kunnen hebben.
En wetten behoren tot het publiek domein ......
Niet bedoeld voor behandeling in dit topic maar:
wat nu?
Wettelijk hoef je niet eens te weten wat hier in staat ...
Vreemd .......
Re: Wanneer wordt oneerlijk handelen strafbaar?
Geplaatst: wo 25 jan 2012, 15:31
door dagwaarde
Dit is zeker interessante informatie.
Ik heb er geen problemen mee om wat buiten het topic te gaan; sommige zaken worden nu eenmaal duidelijk via omwegen.
Ik heb Partij A al eens gewezen op het niet-wettelijke karakter van de NEN1010-norm.
Partij A stelt: "Dat maakt niet uit; wij stellen het als voorwaarde om tot uitkering over te gaan."
Ook als het wel uitmaakt blijft Partij A ondernemer C dwingen om via hoge kosten zijn recht te halen.
In gesprekken wordt ondernemer C verweten een stijfkop te zijn en dat hij gewoon moet tekenen voor een verminderde uitkering. "Dat doen namelijk de meesten, omdat zij al weten dat het niets oplevert hier moeilijk over te doen". Kennelijk laat Partij A veel mensen akkoord gaan met een vermindering van uitkering door te dreigen met toepassing van de NEN1010.
Mogelijk is mijn interesse iets filosofischer van karakter dan die van ondernemer C zelf.
Wanneer wordt oneerlijk handelen, zoals dreigen met zoiets als de NEN1010, strafbaar?
Mijn gedachte is dat als ik een brakke auto als nieuw verkoop de koper dom is geweest. Hij kan via onrechtmatige daad mogelijk zijn geld terug vorderen, maar dat hangt van de details rondom de verkoop af. Het is zeker niet strafbaar, want ik wist ook niet dat die auto zó brak was.
Als ik echter 100 brakke auto's als nieuw verkoop, dan wordt kwade opzet zo aannemelijk, dat het volgens mij wel strafbaar wordt. Of raaskal ik nu als niet-jurist?
Wordt Partij A strafbaar als kan worden aangetoond dat het beleid is om ondernemers met redelijk ogende argumenten (dagwaarde, normen als NEN1010) akkoord te laten gaan met een vermindering van hun recht op uitkering, of de uitkering zelf?
Re: Wanneer wordt oneerlijk handelen strafbaar?
Geplaatst: wo 25 jan 2012, 17:52
door E.Desart
dagwaarde schreef:Ik heb Partij A al eens gewezen op het niet-wettelijke karakter van de NEN1010-norm.
Partij A stelt: "Dat maakt niet uit; wij stellen het als voorwaarde om tot uitkering over te gaan."
Ook als het wel uitmaakt blijft Partij A ondernemer C dwingen om via hoge kosten zijn recht te halen.
Of dat dit klopt is na te gaan in de overeenkomst. Wat zij beweren heeft geen waarde indien niet gesteund door officiële voorwaarden. Dit betekent echter niet dat zij de veiligheid van betrokken pand niet in vraag kunnen stellen in functie van verantwoordelijkheden. Alleen kan je niet zo maar een niet-wettelijke norm als alibi gebruiken, wanneer dat niets te maken heeft met de oorzaak van de brand ....
dagwaarde schreef:In gesprekken wordt ondernemer C verweten een stijfkop te zijn en dat hij gewoon moet tekenen voor een verminderde uitkering. "Dat doen namelijk de meesten, omdat zij al weten dat het niets oplevert hier moeilijk over te doen". Kennelijk laat Partij A veel mensen akkoord gaan met een vermindering van uitkering door te dreigen met toepassing van de NEN1010.
Mogelijk is mijn interesse iets filosofischer van karakter dan die van ondernemer C zelf.
Wanneer wordt oneerlijk handelen, zoals dreigen met zoiets als de NEN1010, strafbaar?
Zij doen niets strafbaar. Waar ligt de grens tussen dreigen en onderhandelen?
dagwaarde schreef:Mijn gedachte is dat als ik een brakke auto als nieuw verkoop de koper dom is geweest. Hij kan via onrechtmatige daad mogelijk zijn geld terug vorderen, maar dat hangt van de details rondom de verkoop af. Het is zeker niet strafbaar, want ik wist ook niet dat die auto zó brak was.
Als ik echter 100 brakke auto's als nieuw verkoop, dan wordt kwade opzet zo aannemelijk, dat het volgens mij wel strafbaar wordt. Of raaskal ik nu als niet-jurist?
Wordt Partij A strafbaar als kan worden aangetoond dat het beleid is om ondernemers met redelijk ogende argumenten (dagwaarde, normen als NEN1010) akkoord te laten gaan met een vermindering van hun recht op uitkering, of de uitkering zelf?
Er is een verschil tussen fraude en verborgen gebreken (jouw autoverhaal) en jouw verhaal hier. Je bent in elk geval niet als een jurist aan het praten.
Je hoeft helemaal niet akkoord te gaan met hun voorstellen, je kan je recht behalen, in zover je in je recht staat, voor de rechtbank.
Veel mensen verliezen geld alleen omdat hun rechten verdedigen ook veel geld kan kosten, en daar dus vanaf zien. En sterke organisaties weten dat en spelen daar niet zelden op.
De enige verdediging in functie cliënteel van is dat zij zo ook klanten kunnen verliezen ...
Buiten jouw emoties om: ik heb nog niets gelezen hier waarvoor zij strafbaar zouden kunnen zijn.
Je hebt hier een droge keuze: je rechten verdedigen voor de rechtbank met alle kosten hieraan verbonden, of akkoord gaan met een kleiner bedrag, maar zonder verdere zorgen.
Iets dergelijks heet onderhandelen, maar heeft ook vaak iets van pokeren (en niet altijd even leuk of fair).
Re: Wanneer wordt oneerlijk handelen strafbaar?
Geplaatst: do 26 jan 2012, 10:26
door dagwaarde
Dank voor je geduldige uitleg.
Ik heb zelf niet zoveel problemen met de gang van zaken, omdat ik veel waarde hecht aan de vrijheid van handelen in onze rechtstaat. Het lijkt me daarom goed de reikweidte van het strafrecht zo klein mogelijk te houden.
Partijen moeten het vooral met elkaar uitzoeken en desnoods via civiele procedure een knoop laten doorhakken. Het strafrecht is alleen voor die handelingen van een partij, in het algemeen of jegens een ander, die zodanig als ongewenst worden beschouwd, dat ze echt verboden zijn. Als we de handelingsvrijheid van Partij A willen beknotten, moeten we eerst even goed nadenken in welke mate we onzelf en elkaar daar nog meer mee beknotten.
Inmiddels heb ik van externe specialisten in brandschade, die regelmatig door Partij A worden ingehuurd bij de afhandeling van brandschade, in bijzijn van de advocaat van ondernemer C verklaringen gekregen dat Partij A altijd een kosten/baten-afweging maakt of zij in het contract beschreven reguliere procedure volgen om tot een redelijke schadeuitkering te komen, of dat zij de klant 'laten verrotten' omdat ze inschatten dat deze klant - zeker na een brand - niet voldoende middelen zal hebben om zijn recht bij de rechter te halen, of de schadeuitkering zo laag is, dat er om procederen de klant financieel niets oplevert.
Ik verwacht straks ook verklaringen van een tweetal oud-medewerkers van Partij A te hebben die bovenstaande verhaal bevestigen en om die reden een andere werkgever gezocht hebben.
Je hebt wel gelijk dat Partij A niet strafbaar bezig is; ze 'onderhandelen' gewoon heel slim met hun mogelijkheden. Deze handelswijze kan voor klanten met hetzelfde contract als ondernemer C wel een goede reden zijn om als klant te vertrekken bij Partij A. Dan moet deze handelswijze wel algemeen bekend worden in het MKB...