sciencetalk

ik ben bezig met de vetbepaling volgens Gerber van drinkyoghurt, maar wat gebeurt er nu eigenlijk juist als je zwavelzuur toevoegd ?

Zou je iets meer achtergrond kunnen geven? Ik ken deze methode niet, en misschien zijn er wel anderen die kunnen helpen als ze weten wat de bepaling inhoudt!

kan iemand me de reacties geven die optreden bij het uitvoeren van de gerber vetbepaling van een melkproduct

hierbij wordt bij 11 ml staal 10 ml gec zwavelzuur toegevoegd en 1 ml isoamylalcohol

dit alles wordt geschud (warme komt vrij) en dan in een centrifuge gedaan en vervolgens in een warmwaterbad

deze laatste 2 stappen worden herhaald

kan iemand mij helpen?

Zwavelzuur zal de vetten hydrolyseren en de isoamylalcohol dient om schuimvorming tegen te gaan.

Het zou handiger zijn als je de totale bepaling beschrijft en niet een stap want misschien zijn ook nog andere redenen.

http://www.niro.com/NIRO/CMSDoc.nsf/webdoc/ndkw6u9c2s

Hier is de volledige werkwijze Gerard.

Gerard schreef: Zwavelzuur zal de vetten hydrolyseren en de isoamylalcohol dient om schuimvorming tegen te gaan.

Het zou handiger zijn als je de totale bepaling beschrijft en niet een stap want misschien zijn ook nog andere redenen.

kan je me de exacte organische reacties geven ?

zou me echt vooruit helpen

naveld schreef: kan je me de exacte organische reacties geven ?

zou me echt vooruit helpen

Dat begrijp ik maar in google intikken van 'Hydrolyse vet zuur' levert op plaats 1 de volgende link

http://www.aljevragen.nl/sk/koolstofchemie/KLS152.html

en die zou je vragen kunnen beantwoorden

is het ook niet zo dat het de vetbolletjes zullen opstijgen als men rauwe melk laat rusten. tijdens dit opstijgen zullen dus ook suikers en eiwittenmeegenomen worden naar boven (vormig roomlaag). dus als men een totale vetten wilt bepalen zorgen vooral de melkeiwitten dat de vetbolletjes niet volledig opstijgen. ze vormen als het ware een filmlaag rond de vetten waardoor deze dus niet opstijgen. is het dan niet zo dat het zwavelzuur er zal voorzorgen dat deze filmlaag doorbroken wordt en de melkeiwitten terug oplossen en zo de vetbolletjes ongehindert verder kunnen opstijgen?

In deze catalogus staat op blz 10 het principe beschreven.

http://www.funke-gerber.de/pdfs/FunkeGerber_Cat_D_2005.pdf

Gerard schreef: In deze catalogus staat op blz 10 het principe beschreven.

http://www.funke-gerber.de/pdfs/FunkeGerber_Cat_D_2005.pdf

pff kan helemaal geen duits

kan iemand me zeggen wat in dat duitse artikel staat?

het principe zou al veel zijn iig

Ik heb me even voor je uitgesloofd en het artikel vertaald, als je het gelezen hebt moet je als tegenprestatie eens proberen of je het in het duits nu ook snapt.

Principe van de methode

Bij de vetbepaling volgens Gerber wordt het vet in een speciaal meetglas, de butyrometer afgescheiden en volumetrisch als massaprocenten afgelezen.

Het vet bevindt zich als kleine kogeltjes in de melk met een diameter variërend van o,1 tot 10 micrometer.

De vetkogeltjes vormen met de melkvloeistof een stabiele emulsie.

Alle vetkogeltjes zijn met een beschermingsomhulling, het vetkogeltjesmembraam bestaand uit fosfolipiden, vetkogeltjeseiwitten en hydraatwater, omgeven.

Het vetkogeltjesmembraam verhindert het samenvloeien (coagulatie) van de vetkogeltjes en stabiliseert de emulsie.

Het volledig afscheiden van het vet vereist het verstoren van het vetkogeltjesmembraam.

Dat wordt gedaan met geconcentreerd zwavelzuur van 91 tot 92%. Het zwavelzuur oxideert en hydrolyseert de organische bestanddelen van het vetkogeltjesmembraam, de melkeiwitfracties en de lactose.

Daarbij ontstaat naast de verdunningswarmte veel reactiewarmte. De butyrometer wordt hierdoor zeer warm.

De oxidatieprodukten kleuren de ontsloten vloeistof bruin. Het vrijgemaakte vet wordt tenslotte door centrifugeren afgescheiden waarbij door de toegevoegde amylalcohol de fasescheiding wordt verbeterd en een scherpe scheidslijn tussen vet en zuuroplossing ontstaat.

Op de schaal van de butyrometer kan het vetgehalte van de melk als een massapercentage worden afgelezen.

Toepasbaarheid

De methode is bruikbaar voor rauwe en consumptiemelk met een vetgehalte van 0-16%, voor melk met een geschikt conserveringsmiddel en voor gehomogeniseerde melk.