Onderwijssystemen in Belgi
Geplaatst: vr 22 jan 2010, 11:45
Zoals de meeste wel weten is de naamgeving, maar ook het onderwijssysteem zelf, tussen Nederland en België totaal verschillend. Dit brengt met zich mee dat Belgen niet weten wat HBO is en dat Nederlanders niet weten van ASO is.
Mjblok kwam op het idee om deze twee eens naast elkaar te leggen, zodanig dat in deze topic kan gezocht worden wanneer iets niet duidelijk is.
Onderwijssysteem België:
Lager onderwijs zal ik niet bespreken, hoewel het hier al verschilt tussen België en nederland. België werkt met kassen en niet met groepen. Het lager onderwijs kent 6 klassen, waarna er naar het secundaire onderwijs wordt overgeschakeld (12 jaar).
-Secundaire onderwijs:
Er zijn drie verschillende grote studierichtingen die kunnen worden gevolg (allen zes jaar):
*algemeen secundaire onderwijs (ASO): moeilijkste hoofdrichting die zich vooral toe spitst op het verder studeren, maar heeft veel verschillende subrichtingen (met een dergelijke opleiding alleen is men niets --> geen werk diploma). Enkele voorbeeld studierichtignen binnen ASO, min of meer van moeilijk naar makkelijk: Latijn wiskunde 8 (8 uur wiskunde, al is dit eigenlijk al afgeschaft en bestaat het nietmeer), Wetenschappen wiskunde 8, Latijn wiskunde 6, wetenschappen wiskunde 6, economie wiskunde, economie moderne talen, mens wetenschappen, ...
* technisch secundaire onderwijs (TSO): meer technisch gerichte richting, waarbij er meer praktijk (eventueel korte stage) vakken zijn. Klemtoon ligt minder op verder studeren, maar er bestaat technische A en technische B. Technische A richt zich op verder studeren op hoger onderwijs van 1 cyclus (zie verder). Voorbeelden van richtingen tehnsiche A: Techniek wetenschappen (beetje buiten beentje want zeer veel wiskunde en wetenschap, maar met veel "praktijk"), Sociale technische wetenschappen, Gezondheidswetenschappen, farmaceutische technisch assistent, ...
Technische A geeft geen mogenlijkheid tot werken, gezien het diploma hier geen mogenlijkheid voor bied. Technische B wel.
Technische B richt zich op de arbeidsmarkt en het diploma geeft de mogelijkheid om te werken na afstuderen (maar voort studeren is ook een mogelijkheid). Voorbeelden: Houtbewerking, elektriciteit, mechanica, ...
*beroeps secundaire onderwijs (BSO): praktijk gerichte opleiding die een diploma geeft klaar voor de arbeidsmarkt. Voorbeelden: elektriciteit, "carrosserie", bouw, haartooi, verzorging, etalage, ... Een 7e jaar specialisatie staat gelijk met een technisch diploma.
Sommige richting kunnen zowel in TSO als BSO gevolgt worden. Verder studeren gebeurt meestal uit ASO (vooral universiteit) en TSO (meestal hogeschool). Een BSO opleiding geeft in regel geen toegang tot hoger onderwijs.
- Hoger onderwijs:
* Hogeschool opleiding van 1 cyclus. Klassieke hogeschool opleiding van 3 jaar (zogenaamde proffesionele bachelor). Voorbeelden: bachelor chemie, bachelor laboratoriumtechnologie, bachelor verpleegkunde, ...
* Hogeschool opleiding van 2 cycli. Nog steeds meer praktijk gericht, conform het moto van een hogeschool, maar wel een academische opleiding van 4 jaar (beperkt aantal richtingen). Voorbeelden: industriëel ingenieur, handelswetenschappen, biowetenschappen, concervatorium, ...
* Universiteit: klassieke universitaire opleiding waarvan de meeste 5 jaar duren (enkele vier, andere zes of zeven). Voorbeelden: master chemie, master ingenieurswetenschappen (vroegere burgerlijk ingenieur), master geneeskunde, master farmaceutische wetenschappen, ...
Hopelijk geeft dit wat inzicht in het Belgisch onderwijs systeem .
Mjblok kwam op het idee om deze twee eens naast elkaar te leggen, zodanig dat in deze topic kan gezocht worden wanneer iets niet duidelijk is.
Onderwijssysteem België:
Lager onderwijs zal ik niet bespreken, hoewel het hier al verschilt tussen België en nederland. België werkt met kassen en niet met groepen. Het lager onderwijs kent 6 klassen, waarna er naar het secundaire onderwijs wordt overgeschakeld (12 jaar).
-Secundaire onderwijs:
Er zijn drie verschillende grote studierichtingen die kunnen worden gevolg (allen zes jaar):
*algemeen secundaire onderwijs (ASO): moeilijkste hoofdrichting die zich vooral toe spitst op het verder studeren, maar heeft veel verschillende subrichtingen (met een dergelijke opleiding alleen is men niets --> geen werk diploma). Enkele voorbeeld studierichtignen binnen ASO, min of meer van moeilijk naar makkelijk: Latijn wiskunde 8 (8 uur wiskunde, al is dit eigenlijk al afgeschaft en bestaat het nietmeer), Wetenschappen wiskunde 8, Latijn wiskunde 6, wetenschappen wiskunde 6, economie wiskunde, economie moderne talen, mens wetenschappen, ...
* technisch secundaire onderwijs (TSO): meer technisch gerichte richting, waarbij er meer praktijk (eventueel korte stage) vakken zijn. Klemtoon ligt minder op verder studeren, maar er bestaat technische A en technische B. Technische A richt zich op verder studeren op hoger onderwijs van 1 cyclus (zie verder). Voorbeelden van richtingen tehnsiche A: Techniek wetenschappen (beetje buiten beentje want zeer veel wiskunde en wetenschap, maar met veel "praktijk"), Sociale technische wetenschappen, Gezondheidswetenschappen, farmaceutische technisch assistent, ...
Technische A geeft geen mogenlijkheid tot werken, gezien het diploma hier geen mogenlijkheid voor bied. Technische B wel.
Technische B richt zich op de arbeidsmarkt en het diploma geeft de mogelijkheid om te werken na afstuderen (maar voort studeren is ook een mogelijkheid). Voorbeelden: Houtbewerking, elektriciteit, mechanica, ...
*beroeps secundaire onderwijs (BSO): praktijk gerichte opleiding die een diploma geeft klaar voor de arbeidsmarkt. Voorbeelden: elektriciteit, "carrosserie", bouw, haartooi, verzorging, etalage, ... Een 7e jaar specialisatie staat gelijk met een technisch diploma.
Sommige richting kunnen zowel in TSO als BSO gevolgt worden. Verder studeren gebeurt meestal uit ASO (vooral universiteit) en TSO (meestal hogeschool). Een BSO opleiding geeft in regel geen toegang tot hoger onderwijs.
- Hoger onderwijs:
* Hogeschool opleiding van 1 cyclus. Klassieke hogeschool opleiding van 3 jaar (zogenaamde proffesionele bachelor). Voorbeelden: bachelor chemie, bachelor laboratoriumtechnologie, bachelor verpleegkunde, ...
* Hogeschool opleiding van 2 cycli. Nog steeds meer praktijk gericht, conform het moto van een hogeschool, maar wel een academische opleiding van 4 jaar (beperkt aantal richtingen). Voorbeelden: industriëel ingenieur, handelswetenschappen, biowetenschappen, concervatorium, ...
* Universiteit: klassieke universitaire opleiding waarvan de meeste 5 jaar duren (enkele vier, andere zes of zeven). Voorbeelden: master chemie, master ingenieurswetenschappen (vroegere burgerlijk ingenieur), master geneeskunde, master farmaceutische wetenschappen, ...
Hopelijk geeft dit wat inzicht in het Belgisch onderwijs systeem .