[scheikunde] RP colorimetrie
Geplaatst: do 03 feb 2011, 15:50
Hallo, wij hebben een roulerend practicum over Colorimetrie.
We hebben alle vragen beantwoord maar zijn niet helemaal zeker of de antwoorden juist zijn. Vooral vraag 1. Zouden wij feedback mogen?
1. Leg aan de hand van een eigen tekenening het principe van de werking van een colorimeter uit en leg uit waarin een spectrofotometer van een colorimeter verschilt.
antwoord:
Colorimetrie= het meten van kleur.
Je hebt een grote "doos". Stel dat de "Stof" Fe3+ is, en dus is het een oranje stofje. Dat stofje is oranje omdat dat stofje alle kleuren absorbeert behalve oranje: oranje weerkaatst.
Doe bij x blauw licht (blauw ligt tegenover oranje in de kleurencirkel). Hoe meer oranje de stof is hoe meer blauw geabsorbeerd wordt.
Een gekleurde oplossing absorbeert dus uit de doorvallende straling het licht met de complementaire kleur het sterkst.
Nu plaats je ook een "blanco". Deze stel je in op 100%.
De buis in het begin van de "doos", is een buis waardoor het licht naar binnen wordt gelaten.
(Ik weet niet hoe je een afbeelding kunt plaatsen, maar hetgene wat dikgedrukt is is belangrijker voor ons)
Het verschil tussen een spectrofotometer en een colorimeter: bij een colorimeter wordt er gebruikt gemaakt van normaal zichtbaar licht met een groot golfbereik of van een filter. Die filter laat maar één kleur door. Dus maar één golflengte. De colorimeter wordt dus een enkelstraalstoestel genoemd.
De spectrofotometer heeft de mogelijkheid met behulp van een smal golflengtegebied het gehele bereik als het ware af te tasten. Een spectrofotometer kan verschillende golflengtes doorlaten.
2. A)Wat wordt in de spectrometrie bedoeld met transmissie en adsorptie?
B) Welk verband bestaat er tussen de begrippen transmissie en extincitie?
a) Met transmissie wordt er bedoeld de hoeveelheid van het oorspronkelijke licht dat er wordt doorgelaten door het monster. De transmissie is een maat voor de concentratie van de stof van de oplossing.
Met adsorptie wordt er bedoeld de hoeveelheid van het oorspronkelijke licht dat er wordt opgenomen door het monster.
b) Samen vormen ze een formule namelijk: E = -10log T met E=Extinctie en T=Transmissie, dus ze hangen van elkaar af.
3.
NH 4+ ionen vormen met het Nessler-reagens (= een basische oplossing van HgI42-)het complexe HgNH2*HgO, dat opgelost blijft en de bruingele kleur veroorzaakt. Geef de reactievergelijking.
antwoord:
HgI2(s) +2 I- (aq) --> HgI42- (aq)
De I- van de KI oplossing zorgen ervoor dat de slecht oplosbare HgI2(s) stof veranderd in het goed oplosbare HgI42- (aq)
Alvast bedankt!
Groetjes ons
We hebben alle vragen beantwoord maar zijn niet helemaal zeker of de antwoorden juist zijn. Vooral vraag 1. Zouden wij feedback mogen?
1. Leg aan de hand van een eigen tekenening het principe van de werking van een colorimeter uit en leg uit waarin een spectrofotometer van een colorimeter verschilt.
antwoord:
Colorimetrie= het meten van kleur.
Je hebt een grote "doos". Stel dat de "Stof" Fe3+ is, en dus is het een oranje stofje. Dat stofje is oranje omdat dat stofje alle kleuren absorbeert behalve oranje: oranje weerkaatst.
Doe bij x blauw licht (blauw ligt tegenover oranje in de kleurencirkel). Hoe meer oranje de stof is hoe meer blauw geabsorbeerd wordt.
Een gekleurde oplossing absorbeert dus uit de doorvallende straling het licht met de complementaire kleur het sterkst.
Nu plaats je ook een "blanco". Deze stel je in op 100%.
De buis in het begin van de "doos", is een buis waardoor het licht naar binnen wordt gelaten.
(Ik weet niet hoe je een afbeelding kunt plaatsen, maar hetgene wat dikgedrukt is is belangrijker voor ons)
Het verschil tussen een spectrofotometer en een colorimeter: bij een colorimeter wordt er gebruikt gemaakt van normaal zichtbaar licht met een groot golfbereik of van een filter. Die filter laat maar één kleur door. Dus maar één golflengte. De colorimeter wordt dus een enkelstraalstoestel genoemd.
De spectrofotometer heeft de mogelijkheid met behulp van een smal golflengtegebied het gehele bereik als het ware af te tasten. Een spectrofotometer kan verschillende golflengtes doorlaten.
2. A)Wat wordt in de spectrometrie bedoeld met transmissie en adsorptie?
B) Welk verband bestaat er tussen de begrippen transmissie en extincitie?
a) Met transmissie wordt er bedoeld de hoeveelheid van het oorspronkelijke licht dat er wordt doorgelaten door het monster. De transmissie is een maat voor de concentratie van de stof van de oplossing.
Met adsorptie wordt er bedoeld de hoeveelheid van het oorspronkelijke licht dat er wordt opgenomen door het monster.
b) Samen vormen ze een formule namelijk: E = -10log T met E=Extinctie en T=Transmissie, dus ze hangen van elkaar af.
3.
NH 4+ ionen vormen met het Nessler-reagens (= een basische oplossing van HgI42-)het complexe HgNH2*HgO, dat opgelost blijft en de bruingele kleur veroorzaakt. Geef de reactievergelijking.
antwoord:
HgI2(s) +2 I- (aq) --> HgI42- (aq)
De I- van de KI oplossing zorgen ervoor dat de slecht oplosbare HgI2(s) stof veranderd in het goed oplosbare HgI42- (aq)
Alvast bedankt!
Groetjes ons