materiaalkunde-denkoefening

[cathal]

hallo iedereen

voor een vak materiaalkunde hebben we volgende denkoefeningen:

HOOFDSTUK KRISTALLEN:

hoe kunnen we de drijvende kracht verhogen bij het stollen van vloeistof?

-> ik dacht gewoon door de temperatuur te verlagen?

Moet ik snel of langzaam afkoelen om een fijne kristalstructuur te krijgen?

-> ik dacht snel omdat tijdens het stollen de kristallen groeien. Hoe rapper de vloeistof dus stolt hoe kleiner de kristallen blijven?

Heterogene nucleatie is makkelijker dan homogene nucleatie. waarom?

-> Ik heb geen flauw idee.

HOOFDSTUK HARDHEID:

een minimale dikte wordt opgelegd aan het specimen bij een hardheidsproef. waarom?

-> Hoe meer materiaal er onder de testzone zit, hoe meer weerstand tegen de vervorming. Dit geeft vertekende resultaten.

Bij meten van microhardheid wordt bij brosse materialen eerder Knoop dan Vickers gebruikt. Waarom?

->Ook geen flauw idee we hebben hier echt te weinig info over gekregen om hierop te antwoorden.

Kan iemand me zeggen welke ik fout en goed heb en me eventueel op weg zetten met diegene die ik fout heb of echt niet weet?

Alvast bedankt!

[Kravitz]

Verplaatst naar constructie en sterkteleer

[cathal]

Het is ondertussen een tijdje gelden dat ik dit gepost heb,maar is er toch iemand die me even kan helpen?

Alvast bedankt

Cathal

[JBP]

hoe kunnen we de drijvende kracht verhogen bij het stollen van vloeistof?

Moet ik snel of langzaam afkoelen om een fijne kristalstructuur te krijgen?

Heterogene nucleatie is makkelijker dan homogene nucleatie. waarom?

Wat je zegt klopt. Een grotere onderkoeling zorgt voor een grotere drijvende kracht, omdat de vloeibare fase steeds onstabieler wordt.

Een fijne kristalstructuur komt overeen met veel nucleatiekernen. Die krijg je inderdaad door snel te koelen waardoor de nucleatiesnelheid vergroot, t.o.v. de groeisnelheid. Zoals je al zei, krijgen ze dan inderdaad de kans niet om uit te groeien.

Weet je het verschil tussen heterogene en homogene nucleatie? Zie ook eens op

http://nl.wikipedia.org/wiki/Nucleatie

Daar staat het antwoord eigenlijk ook al

een minimale dikte wordt opgelegd aan het specimen bij een hardheidsproef. waarom?

-> Hoe meer materiaal er onder de testzone zit, hoe meer weerstand tegen de vervorming. Dit geeft vertekende resultaten.

Wat jij zegt zou betekeken dat ze een maximale dikte opleggen.

Bij meten van microhardheid wordt bij brosse materialen eerder Knoop dan Vickers gebruikt. Waarom?

Een gokje: brosse materialen zijn algemeen gezien ook veel harder. De Knoop-indentor (een diamanten ruit) moet minder ver worden ingedrukt in het sample.

[In physics I trust]

een minimale dikte wordt opgelegd aan het specimen bij een hardheidsproef. waarom?

Zie bijlage, pagina 4.

HardnessTesting Related Information (NL)

(2.99 MiB) 8231 keer gedownload

[cathal]

Bedankt!!